V4 - T4: BS7 Soortvorming

BS7: Soortvorming
V4
Thema 4
Evolutie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

BS7: Soortvorming
V4
Thema 4
Evolutie

Slide 1 - Slide

Hardy Weinberg checkvraagje (op niveau (uiteraard)).
Een groep van 234 mensen vliegt naar een tropische bestemming. Niemand in het vliegtuig heeft taaislijmziekte (recessief overervende ziekte) maar er blijken 16 dragers in het vliegtuig te zitten. Onderweg crasht het vliegtuig en zowaar: iedereen overleeft de crash. De mensen vormen een nieuwe populatie op een geisoleerd eiland. De populatie is na 5 generaties gegroeid tot 3045 mensen. Al die tijd is de populatie Hardy Weinberg evenwicht geweest.
Bereken hoeveel mensen in de gegroeide populatie de ziekte zullen hebben.

Slide 2 - Open question

Leerdoelen: Soortvorming (BS7)
  • Je kan beschrijven wat soortvorming is
  • Je begrijpt de noodzaak van reproductieve isolatie voor soortvorming
  • Je kan het verschil in allopatrische en sympatrische soortvorming herkennen in een context
  • Je kan beschrijven op welke manieren er reproductieve isolatie kan worden bewerkstelligd
  • Je kan in een context beschrijven hoe soortvorming optreedt

Slide 3 - Slide

Soortvorming
Het ontstaan van (een) nieuwe soort(en) uit al bestaande
De pijlers van het Darwinisme verklaren NIET hoe soortvorming kan plaatsvinden

Er is méér nodig...

Slide 4 - Slide

Geef de definitie van de term 'soort'

Slide 5 - Mind map

Allopatrische soortvorming
Oorzaak van reproductieve isolatie:
geografische barrière

door verschillende habitats: verschil in selectiedruk op genenpool.

Er ontstaat genetische divergentie

Slide 6 - Slide

Sympatrische soortvorming
Genetische divergentie door verschil in selectiedruk op bepaalde genen.

Hoe ontstaat dan reproductieve isolatie als er GEEN geografische isolatie is>

Slide 7 - Slide

Hoe bewerkstellig je reproductieve isolatie in dezelfde habitat?

  • ecologisch
  • temporeel
  • ethologisch
  • fysieke
  • postzygotisch

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Heeee.. een Darwinvraag
is er sprake van soortvorming?
nee
ja
1. Benoem genetische variatie
2. WIE heeft WELK selectievoordeel?
3. Grotere voortplantingskans
4. Grotere doorgave van deze eigenschap en toename in frequentie
1. Benoem genetische variatie populaties
2. Voor twee populaties: WIE hebben WELK selectievoordeel
3. Grotere voortplantingskans
4. Grotere doorgave van deze eigenschap en toename in frequentie
5. Op WELKE wijze is er sprake van reproductieve isolatie?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leg uit op welke wijze verschillende cichlidesoorten met eivlekken volgens deze biologen zijn ontstaan.

Slide 12 - Open question

Leerdoelen
  • Je kan beschrijven wat soortvorming is
  • Je begrijpt de noodzaak van reproductieve isolatie voor soortvorming
  • Je kan het verschil in allopatrische en sympatrische soortvorming herkennen in een context
  • Je kan beschrijven op welke manieren er reproductieve isolatie kan worden bewerkstelligd
  • Je kan in een context beschrijven hoe soortvorming optreedt

Slide 13 - Slide

Huiswerk
  • Je maakt in BVJ online van BS7 de volgende opgaven: 95 t/m 102

Slide 14 - Slide