Midas was koning van Phrygië, een land in Klein-Azië. Toen hij eens een wens mocht doen, wenste hij dat alles wat hij aanraakte in goud zou veranderen. Toen zijn eten, drinken en ook zijn dochter bij aanraking in goud veranderden, begreep hij dat hij de waarde van goud, een instrumentele waarde, ten onrechte voor een intrinsieke waarde had aangezien.