24/25 4.1 Batterijen + 4.2 Spanningsbronnen 2B





Hoofdstuk 4
terijen
Hoofdstuk 4
Elektriciteit

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson





Hoofdstuk 4
terijen
Hoofdstuk 4
Elektriciteit

Slide 1 - Slide

Planning
  • Lesson-Up 4.1
  • Opdrachten 4.1 maken
  • Opdrachten 4.1 bespreken
  • Lesson-Up 4.2
  • Opdrachten 4.2 maken
  • Opdrachten 4.2 bespreken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

4,1
Batterijen

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 4.1
  • 4.1.1 Je kunt apparaten noemen die werken op batterijen.
  • 4.1.2 Je kunt de plus en de min van een batterij aanwijzen.
  • 4.1.4 Je kunt de spanning van een penlite-batterij benoemen.
  • 4.1.5 Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
  • 4.1.7 Je kunt uitleggen waarom batterijen schadelijk zijn voor het milieu.
  • 4.1.9 Je kunt uitleggen waarom sommige apparaten niet goed werken met oplaadbare batterijen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide


A
Platte batterij
B
Penlite batterij
C
Staaf batterij
D
Platte batterij

Slide 6 - Quiz

Welke soort batterij zie je hier ?
A
oplaadbare batterij
B
penlite batterij
C
knoopbatterij
D
accu batterij

Slide 7 - Quiz

De spanning van een
penlite batterij is
A
230 V
B
1,5 V
C
9 V
D
12 V

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

+ en -
De plus is de bolle kant


De min is de platte kant

Slide 10 - Slide

Spanningen optellen
Vaak heb je meer dan één batterij nodig om aan de juiste spanning te komen. Voor de afstandsbediening heb je bijvoorbeeld twee staafbatterijen van 1,5 volt nodig. Je moet die batterijen in serie schakelen. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Als je twee batterijen in serie wilt schakelen, moet je ze:
A
met de minpolen tegen elkaar leggen
B
met de pluspolen tegen elkaar leggen
C
met de pluspool tegen de minpool leggen

Slide 13 - Quiz


Wat is de spanning van deze serie schakeling 
1 batterij is 1,5V
A
1,5 v
B
2,5v
C
3 v
D
4,5 v

Slide 14 - Quiz

Wanneer ik 9 Volt wil hebben.
Hoeveel batterijen van 1,5 Volt moet ik dan in serie schakelen
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 15 - Quiz

6 batterijen in serie leveren een spanning van ...
A
6 + 1,5 V = 7,5 Volt
B
6 X 1,5V = 9 Volt
C
3 X 1,5V = 4,5 Volt
D
3 + 1,5V = 4,5 Volt

Slide 16 - Quiz

Je hebt 3 batterijen van elk 1,5 V. Je schakelt de batterijen in serie. Wat is de totale spanning?
A
1,5 V
B
3,0 V
C
0,5 V
D
4,5 V

Slide 17 - Quiz

Apart innemen

Slide 18 - Slide

Wat moet je doen met een lege niet-oplaadbare batterij
A
Inleveren bij het klein chemisch afval
B
In de grijze bak
C
toch opladen
D
niets

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

De batterij in je mobiele telefoon raakt langzaam leeg. Je moet de batterij regelmatig opladen. Is een opgeladen batterij zwaarder dan een lege batterij?
A
Ja, want de batterij is vol
B
Ze zijn even zwaar, want elektriciteit heeft geen massa
C
Nee, de lege batterij is juist zwaarder

Slide 21 - Quiz

De spanning van een oplaadbare batterij is?
A
1,5 V
B
1,2 V
C
1,6 V
D
4,5 V

Slide 22 - Quiz

Aan het werk! NOVA
Wat? 4.1  Batterijen - opdrachten 1, 4, 5, 8, 12

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Kom bij mijn bureau. 

Klaar? Test Jezelf!

timer
1:00

Slide 23 - Slide

4,2
Spanningsbronnen

Slide 24 - Slide

Leerdoelen 4.2
  • 4.2.1 Je kunt voordelen en nadelen noemen van enkele spanningsbronnen.
  • 4.2.2 Je kunt uitleggen wat een generator is.
  • 4.2.3 Je kunt benoemen welke spanning er op een stopcontact staat.
  • 4.2.4 Je kunt beschrijven hoe elektriciteit bij jou thuis komt.
  • 4.2.5 Je kunt beschrijven welke spanning veilig is.

Slide 25 - Slide

4.2: Spanningsbronnen
Spanningsbronnen -> Geeft elektriciteit

Voorbeelden van spanningsbronnen:
  • Stopcontact (230 V)
  • Batterij (penlite batterij 1,5 V)
  • Accu
  • Dynamo (6 V)
  • Zonnecellen

Vanaf 24 V is een spanning gevaarlijk!

Slide 26 - Slide

Een batterij is een spanningsbron. In een spanningsbron zit......
A
spanning
B
energie
C
stroom

Slide 27 - Quiz

De spanning van een stopcontact is:
A
Wel gevaarlijk
B
Niet gevaarlijk

Slide 28 - Quiz

Wat is geen spanningsbron?
A
Accu
B
Batterij
C
Stopcontact
D
Motor

Slide 29 - Quiz

Wat is GEEN spanningsbron?
A
Batterij
B
Stopcontact
C
Accu
D
Stekker

Slide 30 - Quiz

Je fietst op een donkere weg en hebt je verlichting aan. de verlichting van je fiets werkt op een dynamo. Hoe groot is de spanning van je dynamo, als je verlichting goed werkt?
A
1,5 Volt
B
4,5 Volt
C
6,0 Volt
D
9,0 Volt

Slide 31 - Quiz

Een dynamo is een spanningsbron
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Aan het werk! NOVA
Wat? 4.2 Spanningsbronnen - opdrachten 1, 2, 3, 6

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Kom bij mijn bureau. 

Klaar? Test Jezelf!

timer
1:00

Slide 33 - Slide

Afsluiten
Huiswerk
4.1 Batterijen - opdrachten 6 en 9
4.1 Spanningsbronnen - opdrachten 7

Blijf even zitten tot de bel gaat!

Slide 34 - Slide