Grammatica: Les 4 (LV)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ... kun je het lijdend voorwerp in een zin benoemen.

Ga naar lessonup.app en voer de code in.

Wat zijn zinsdelen?

Zinnen zijn gemaakt van zinsdelen. 

Het zijn een soort puzzelstukjes.

Hoe kun je persoonsvorm ook alweer vinden?

Hoeveel zinsdelen zie je hier?

Bij mijn oma speel ik altijd spelletjes.

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Bij mijn oma speel ik altijd spelletjes met mijn nichtje.

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Hebben jullie je huiswerk gemaakt voor vandaag?

1. gemaakt
2. hebben
3. hebben gemaakt
4. hebben gemaakt vandaag

Wat is het onderwerp?

De twee jongens kwamen te laat in de klas.

1. De jongens
2. in de klas
3. De twee jongens
4. twee jongens

Wat is het onderwerp?
Tijdens de les maakt de juf een grapje.

1. Tijdens de les
2. de juf
3. maakt
4. een grapje

Wat is het onderwerp in deze zin?

De fiets van Kai stond in de schuur van zijn ouders.

Geef de PV, WG en het OW aan:

Gwen wilde graag een briefje geven aan Nina.

Lijdend voorwerp (lv)

Het lijdend voorwerp is een zinsdeel. 

Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 

Lijdend voorwerp (lv)

lijdend voorwerp

Voorbeeld het lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp

Wie of wat

+

wwg

+

lijdend voorwerp

onderwerp

=

Lijdend voorwerp

Let op: 

• Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!

       --> We zaten op een bankje toe te kijken

       --> Ze sliep de hele morgen.

• Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!

Het lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp is de persoon die iets overkomt in de zin.

Zelf aan de slag

Lees en maak Grammatica ZD, §7 Lijdend voorwerp, opdr. 1 t/m 4.

Ben je klaar?

1. Boek kiezen

2. Huiswerk ander vak afmaken.

3. Leren voor een toets.