Herhalen H3H4 Lezen

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? 
Ga dan lekker zitten (volgens de plattegrond).

Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.


1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? 
Ga dan lekker zitten (volgens de plattegrond).

Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.


Slide 1 - Slide

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les hebben we de stof voor de toets herhaald en ermee geoefend.

Planning van de les:
- theorie herhalen
- oefenvragen maken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hoe omschrijf je een vergelijkend verband het beste?
A
Dit verband geeft een gevolg aan.
B
Dit laat een verschil zien
C
Dit is een verkorte weergave van de tekst.
D
Dit laat een overeenkomst zien

Slide 7 - Quiz

Hoe omschrijf je een doel-middel verband het beste?
A
Geeft aan welk middel gebruikt wordt om een doel te bereiken
B
Welk doel er wordt gebruikt
C
Laat een verschil zien
D
Dit gebeurt buiten iemands wil

Slide 8 - Quiz

Doel-middel
verband
vergelijkend tekstverband
samenvattend
verband
opdat
zodat
om te ....
evenals
groter dan
in vergelijking met
kortom
samengevat
al met al

Slide 9 - Drag question

Welk tekstverband?

Sociale interactie verloopt bij ratten dikwijls volgens afgesproken regels, net als bij mensen.
A
vergelijkend
B
samenvattend
C
doel-middel

Slide 10 - Quiz

Welk tekstverband?

Al met al ben ik zeer tevreden met resultaat.
A
doel-middel
B
samenvattend
C
voorwaardelijk

Slide 11 - Quiz

Welk tekstverband?

Ik doe een zeil over het zwembadje, zodat er geen vuil in kan komen.
A
vergelijkend
B
samenvattend
C
doel-middel

Slide 12 - Quiz

Welk tekstverband?

Een heerlijke chocolademousse om indruk te maken op bezoek.

A
samenvattend
B
doel-middel
C
vergelijkend

Slide 13 - Quiz

Welk tekstverband?

Kortom: waar komen onze straatnamen eigenlijk vandaan?
A
vergelijkend
B
doel-middel
C
samenvattend

Slide 14 - Quiz

Welk tekstverband?

Vergeleken met gisteren is Lisa vrolijk.

A
doel-middel
B
samenvattend
C
vergelijkend

Slide 15 - Quiz

Volleybal is een moeilijke sport.
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quiz

Mensen hebben drie paar ogen.
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quiz

Mijn vader vindt gamen stom.
A
Feit
B
Mening

Slide 18 - Quiz

Als ik uitleg waarom ik iets vind.....
A
geef ik mijn mening
B
vertel ik mijn standpunt
C
geef ik een argument
D
is dat een feit

Slide 19 - Quiz

Een feit is controleerbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Het onderwerp van een tekst vind je door de volgende vraag:
A
Waarover gaat deze alinea?
B
Wat is het belangrijkste uit de tekst?
C
Waarover gaat deze tekst?
D
Wat zijn de deelonderwerpen?

Slide 21 - Quiz

De hoofdgedachte is het belangrijkste uit de tekst, in 1 zin samengevat.
A
Niet waar
B
Waar
C
Feit
D
Mening

Slide 22 - Quiz

Ik ben klaar voor de toets.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll