H3 Toetstraining Planten en dieren
1 / 27
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Water is een voorbeeld van een
A
biotische factor
B
abiotische factor
Slide 2 - Quiz
Wat is geen A-biotische factor?
A
Lucht
B
Voedsel
C
Neerslag
D
Wind
Slide 3 - Quiz
Sleep de factoren naar het juiste vak
Biotische factoren
Abiotische factoren
Water
Boom
Temperatuur
Lucht
Insecten
Slide 4 - Drag question
Alle madeliefjes in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem
Slide 5 - Quiz
Een haas in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem
Slide 6 - Quiz
Een weiland met alle dieren, planten, de bodem, het water en het weer.
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem
Slide 7 - Quiz
Alle madeliefjes, hazen en insecten in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem
Slide 8 - Quiz
Maak de voedselketen!
Tip: begin altijd met een producent
Kikker
Vlinder
Vlierbes
Slide 9 - Drag question
Een koe in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem
Slide 10 - Quiz
Een boom is een producent
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Een havik is een producent
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Een reiger is een consument
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Een individu is onderdeel van een populatie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Klaas zegt:
Een ecosysteem omvat alle abiotische factoren in een bepaald gebied.
Is zijn uitspraak juist of onjuist?
Een ecosysteem omvat alle abiotische factoren in een bepaald gebied.
Is zijn uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.
Slide 16 - Drag question
Voedselketen
Voedselweb
Slide 17 - Drag question
In de afbeelding zie je een voedselketen uit een ecosysteem. De organismen zijn niet op dezelfde schaal getekend.
Welk organisme in deze voedselketen is een producent?
Welk organisme in deze voedselketen is een producent?
A
Sla
B
Slak
C
Merel
D
Kat
Slide 18 - Quiz
Sleep de woorden naar de juiste plek
Afvaleters
Consumenten
Reducenten
Slide 19 - Drag question
Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 20 - Quiz
Een bos is een voorbeeld van een
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Ecosysteem
Slide 21 - Quiz
Algen zijn eencellige plantjes.
Welke stof naast zuurstof produceren algen bij de fotosynthese?
Welke stof naast zuurstof produceren algen bij de fotosynthese?
A
glucose
B
koolstofdioxide
C
stikstof
D
water
Slide 22 - Quiz
De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa
Slide 23 - Quiz
Wat zijn biotische en wat zijn abiotische factoren?
Biotische factoren
Abiotische factoren
Nestgelegenheid
Soortgenoten
Ziekteverwekkers
Voedsel
Roofdieren
Licht
Zuurtegraad
Lucht
Temperatuur
Slide 24 - Drag question
In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand.
Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen
Slide 25 - Quiz
Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel
Slide 26 - Quiz
Wat is een ecosysteem?
A
dat is een systeem dat het klimaat regelt
B
dat is zijn alle dieren in een gebied
C
dat zijn alle biotische en abiotische factoren in een gebied
D
dat zijn alle planten en dieren in een gebied
