Les 2 Reading 4.1

Welcome back!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welcome back!

Slide 1 - Slide

Program
  1. Question
  2. Introduction to reading
  3.  Grammar: Adjectives & Adverbs
  4. Get to work! 

Slide 2 - Slide

Wat vind je goed gaan bij jezelf met betrekking tot Engels?

Slide 3 - Mind map

Introduction to reading
Open book A on page 113

Slide 4 - Slide

Adjectives & adverbs

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (Adjective)
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Je beschrijft iets of iemand.
Het bijvoeglijk naamwoord plaats je voor het zelfstandig naamwoord.

I landed a profitable contract.
We read about a hungry caterpillar.
She bought a new coat.

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord --> Uitzondering!
Een gekke uitzondering vormen de zogenaamde koppelwerkwoorden. Dat zijn werkwoorden waarbij het bnw achter het ww komt. Het gaat altijd om to be of alle wwen die met je zintuigen te maken hebben (horen, zien, voelen, ruiken, proeven).

This fake fur feels realistic.
You smell delicious!
This pizza tastes disgusting.
Your enthusiasm looks/appears/seems sincere.

Slide 7 - Slide

Bijwoord (Adverb)
Het bijwoord zegt iets over bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden of werkwoorden. Je omschrijft hoe of hoe sterk iets gebeurt.
Het bijwoord komt achter het ww of voor het bnw of bw.

She laughed raucously when she saw him.
We read about a very hungry caterpillar.
She bought an extremely expensive new coat.

Slide 8 - Slide

Bijwoord
Een bijwoord maak je door -ly achter het bnw te zetten.
Uitzonderingen: woorden die eindigen op
medeklinker + -le  -->  -le wordt -ly
medeklinker + -y --> -y wordt –ily
 -ic --> -ic wordt -ically

Expensive = expensively
gentle = gently
happy = happily
fantastic = fantastically 

Slide 9 - Slide

Maar let op! 
This is a good engine. it performs well

Hard, fair, high, late, deep & fast veranderen niet

Hardly, fairly, highly, lately, en deeply bestaan wel, maar betekenen wat anders! 

Slide 10 - Slide

Get to work!
Exercises: 1, 2, 3 + Exam exercise (paragraph 4.1)

Slide 11 - Slide

Let's check!

Slide 12 - Slide