This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
De wereld & ik
Les 7
Lesdoel: Je weet waarom er meer vrouwen in de politiek zouden moeten zijn
timer
1:00
Startklaar?
Zit op je plek-Tas van tafel
Oortjes uit-Telefoon weg
JDW map op tafel- Lessonup ingelogd ingelogd
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Lesplanning
- Leesmoment en actualiteit
- Terugblik
- Lesdoelen - Uitleg eindopdracht
- Oefeningen eindopdracht
- Afsluiting
Slide 2 - Slide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
- De leerlingen weet het verschil tussen feit, mening, standpunt.
- De leerlingen kennen objectieve en subjectieve argumenten.
- De leerlingen kunnen uitleggen dat objectieve, feitelijke argumenten overtuigender zijn dan zijn subjectieve
niet-feitelijke argumenten.
Slide 5 - Slide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
Feit, mening, standpunt
Feit: objectief en verifieerbaar (te checken) gegeven. Voorbeeld: "Water kookt bij 100 graden celcius"
Mening: opvatting of overtuiging van een persoon. Voorbeeld: "Ik vind chocolade het lekkerste eten ter wereld"
Standpunt: mening onderbouw door feiten en persoonlijke opvattingen en overtuigingen.
Standpunten vormen de basis voor discussies, debat en besluitvorming
Slide 6 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over situaties waar deze rechten nu niet gelden
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Eindopdracht
Stellingen:
Gaza moet deel zijn van de VN
Alle kinderen die in Nederland zijn geboren zijn automatisch Nederlands
Nederland moet alle vluchtelingen opnemen
Je mag pas stemmen als je minimaal een diploma van de mavo hebt
Het beledigen van godsdiensten moet bij wet worden verboden
Voorwaarden: powerpoint,min. 6 slides, 3 min. presenteren,
Wat is de stelling? Waar, wanneer, waarom, wie, Argumenten voor.
Slide 7 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Feit, mening, standpunt?
Slide 8 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over situaties waar deze rechten nu niet gelden
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Objectief argument
Objectieve argumenten: dit zijn feitelijke argumenten gebaseerd op gegevens en bewijs. Ze zijn verifieerbaar (te checken) en kunnen door anderen worden bevestigd.
Slide 9 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over situaties waar deze rechten nu niet gelden
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Subjectief argument
Subjectieve argumenten: zijn niet-feitelijke argumenten gebaseerd op opvattingen, persoonlijke overtuigingen en emoties en niet verifieerbaar (te checken). Kan variëren van persoon tot persoon.
Ze worden overtuigender door onderbouwing met een objectief argument.
Slide 10 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over situaties waar deze rechten nu niet gelden
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Voorbeeld
Argument 1:
Argument 2:
Welk argument is beter? En waarom?
Slide 11 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over situaties waar deze rechten nu niet gelden
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Begrippen uit deze les
- Objectieve argumenten
- Subjectieve argumenten
- Soorten argumenten
Slide 12 - Slide
This item has no instructions
Aan de slag
Slide 13 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Discussie
Slide 14 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Eindopdracht
Lagerhuisdebat
- Partij voor de stelling
- Partij tegen de stelling
https://www.youtube.com/watch?v=8wbukwDx8QM
Slide 15 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.
Slide 16 - Video
This item has no instructions
Afsluiting
Tas pas inpakken NADAT docent dit heeft gezegd. Blijf zitten op je plek.
Als de bel gaat/docent het zegt: Schuif je stoel aan. Neem je afval mee en gooi het in de prullenbak. Verlaat het lokaal rustig.
Slide 17 - Slide
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.
Afsluiting
- Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd?
- Waar wil je meer over leren?
- Wat moet je de volgend keer meenemen: werkboekje in werkmap + leesboek Nederlands
- Zijn er nog vragen?
Slide 18 - Slide
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.