3.2 Verbranding in je lichaam

3.2 Verbranding
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

3.2 Verbranding

Slide 1 - Slide

Doelen
Je kunt vertellen waarom je zuurstof en brandstof bij verbranding nodig hebt. 

Je kunt vertellen wat er gebeurd als de verbranding omhoog gaat. 

Slide 2 - Slide

Verbranding
Voor verbranding zijn 3 dingen nodig. Namelijk:
- Zuurstof
- Een bepaalde temperatuur
- Brandstof

Slide 3 - Slide

verbrandingsdriehoek

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Verbranding in je lichaam
In je lichaam zijn diezelfde 3 voorwaarden nodig om verbranding te laten plaatsvinden. 

De brandstof die gebruikt wordt is je voedsel, de ontbrandingstemperatuur is je lichaamstemperatuur en de zuurstof adem je in. 

Slide 6 - Slide

Adem in, adem uit...

Als je inademd neem je zuurstof mee naar binnen. 

Als je uitademd neem je koolstofdioxide mee naar buiten. 

Slide 7 - Slide

Gaswisseling
Zuurstof en koolstofdioxide zijn beide gassen. 

Ademhaling is dus een vorm van gaswisseling. Je verruilt het ene gas, voor het andere. 

Slide 8 - Slide

Indicatoren
Om aan te tonen dat uitgeademde lucht koolstofdioxide bevat kunnen we een indicator gebruiken. Een indicator is een aanwijsstof. HIj wijst aan of een bepaalde stof aanwezig is. 

Helder kalkwater is een indicator voor koolstofdioxide. Het veranderd van doorzichtig (helder) naar witachtig (troebel). 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

O2
Wie maakt die zuurstof ook alweer die wij inademen?

Slide 11 - Slide

Water + Koolstofdioxide + Energie        Glucose + Zuurstof
Plant (fotosynthese)
Mens (verbranding)
Glucose + Zuurstof        Water + Koolstofdioxide + Energie

Slide 12 - Slide

Reactieschema


Het schema hierboven noemen we een reactieschema. 

Het bestaat uit beginstoffen en reactieproducten. De beginstoffen staan voor de pijl, de reactieproducten staan achter de pijl. 
Verbranding + Zuurstof           Water + Koolstofdioxide + Energie

Slide 13 - Slide

Lichamelijke inspanning
Hoe meer je je lichaam laat werken, hoe meer energie je nodig hebt. Als je rent moeten je spieren harder werken. Daarom vindt er meer verbranding plaats. Je hebt dan meer brandstof en zuurstof nodig. Je maakt dan ook meer verbrandingsproducten en je krijgt het warmer doordat er meer verbranding is. 

Slide 14 - Slide

Aan de slag
LEES 3.2 en MAAK de opdrachten. 

De weektaak is 3.1 en 3.2. 

Slide 15 - Slide