Formuleren §3 Variatie in zinsopbouw

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Formuleren les 2

Paragraaf 3

Formuleren

H1 herhaling: variatie in woordgebruik (synoniemen).

H2: variatie in zinsopbouw.

Wat weet je nog van vorige les?
- Variatie in woordgebruik?

Lesdoel

Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in woordkeuze en zinsopbouw.

Variatie in woordkeus

• Een tekst wordt snel saai, als je vaak dezelfde woorden gebruikt.
  
• Je moet daarom woordkeus variëren.
  

• Bijvoorbeeld:
  
• - baas, hoofd, directeur, chef, leider
  
• - verhaal, sprookje, mythe, vertelling
  
• - lekker, smakelijk, heerlijk, verrukkelijk, genotvol
  

Varieer in zinsopbouw met O, P en A

• O = onderwerp
• P = persoonsvorm
• A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)

De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.

Schrijf dit op! (PA, altijd gebiedende wijs! Geen onderwerp)

Zou je willen zitten? (POA, altijd een vraagzin!)

Ik wil graag dat je gaat zitten. (OPA)

Gisteren vroeg ik je om te gaan leren voor de toets. (APO)

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 

Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 

OPA:  Ik maak mijn huiswerk

POA: Maak ik mijn huiswerk?

Zo varieer je in zinsopbouw

onderwerp

persoonvorm

ander zinsdeel

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 

Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 

OPA:  Ik maak mijn huiswerk.

POA: Maak ik mijn huiswerk?

APO: Mijn huiswerk maak ik.

Variatie in zinsopbouw

onderwerp

persoonvorm

ander zinsdeel

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 

Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 

OPA:  Ik maak mijn huiswerk

POA: Maak ik mijn huiswerk?

OP: Ik eet

Variatie in zinsopbouw

persoonvorm

onderwerp

Je stapt regelrecht in de wereld van de schippers van de Kameleon.

1. OPA
2. POA
3. APO
4. PA

Herschrijf de zin APO.
Mijn hondje gaat vanmiddag naar puppycursus.

Herschrijf de zin POA.
Vanmiddag gaat mijn moeder boodschappen doen.

Bedenk een zin die je POA schrijft.
Gebruik in elk geval de woorden auto en rijden.

Aan de slag

Maak opdracht 3 t/m 5 op blz. 239