5.8 a spelling

Welkom
Tas op de grond en telefoon weg
Pak je boeken, schrift en pen
Leg je huiswerk klaar
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Tas op de grond en telefoon weg
Pak je boeken, schrift en pen
Leg je huiswerk klaar

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
8:00

Slide 2 - Slide

lesopbouw
  • wat weet je al?
  • doel: voltooid deelwoord, bijvoegelijk naamwoord
  • uitleg
  • fimpje 
  • zelfstandig werken
  • afsluiting

Slide 3 - Slide

Wat weet je al?
voltooid deelwoord
bijvoegelijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Doel

Aan het eind van de les weet je hoe je:

  • een voltooid deelwoord spelt
  • bijvoeglijke naamwoorden spelt



Slide 5 - Slide

voltooid deelwoord
  • werkwoord
  • is nooit hebt enige werkwoord in een zin: altijd vorm van het    werkwoord hebben, zijn, worden erbij.
  • vaak achteraan een zin.
  • begint vaak met - ge.  
  • begint soms met -be, her-, ver-, er of ont. 



Slide 6 - Slide

voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord  - sterke werkwoorden 

--> eindigt op -en of -n

  • Hij heeft zijn huiswerk niet gedaan.
  • Zij hebben op hun trompetten geblazen.


Slide 7 - Slide

voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord  - zwakke werkwoorden

--> eindigt op -d of -t.

  • Ik heb een voldoende voor Nederlands gehaald.
  • Zij heeft het cadeau ingepakt.

-d of -t op het eind? -->

  • Maak het voltooid deelwoord langer
  • Gebruik 't kofschip X

Slide 8 - Slide

voltooid deelwoord

Slide 9 - Slide

bijvoeglijk naamwoord
  • zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
  • eindigt vaak op een -e
  • stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden eindigen op een -n.
  • als een "het-woord" wordt vervangen door "een".

Slide 10 - Slide

bijvoeglijk naamwoord
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken:
belangrijke regel --> schrijf het woord zo kort mogelijk op (goede uitspraak).

gebruik de regel van 't kofschip x
- de (zoeken) .................................. man
- het (bezetten) .................................. pand.
- de (winnen) .................................... wedstrijd.

Slide 11 - Slide

zelfstandig werken

                                                hoofdstuk 5.8                                                 

                                                 blz. 160 t/m 166                                                   

opdracht 1, 3 t/m 6 en 8 t/m 12

Slide 12 - Slide

Afsluiting
Exitticket
Schrijf het voltooid deelwoord en bijvoegelijk naamwoord op:
  1. Wij zijn samen naar het (breed) ....................... strand (fietsen) .......................
  2. Ik ben mijn (zilver) ......................... kettinkje verloren.
  3. Justin heeft de buurt (verkennen) .............................

Slide 13 - Slide