Beantwoord de volgende vragen bij tekst 1
1. Wat is niet goed aan de onderwerpregel van Emiel?
2. Noteer een betere onderwerpregel.
3. Noteer de aanleiding van de mail van Emiel.
4. Noteer de twee vragen die Emiel stelt.
5. Er is een duidelijk slot, maar er ontbreekt iets belangrijks. Vul het slot aan, zodat Tjibbe de Bruin snapt wat Emiel van hem wil.