(1) Grammatica H6: zww, kww en hww in samengestelde zinnen

10 minuten lezen
timer
10:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Grammatica H6: zww, kww en hww in samengestelde zinnen

Schrijven H1: een zakelijke e-mail schrijven

Spreken en gesprekken: een informatief gesprek




Vandaag


Les 2, week 13


Les 3, week 13

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 

  1. Hoe zat het ook alweer met...
  2. Lesdoel
  3. Grammatica: hulp-, koppel- en zelfstandig werkwoord in een samengestelde zin
  4. Zelf aan de slag
  5. Wat heb je geleerd?

Slide 3 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Woordsoorten benoemen
Als je vanuit je vliegtuigstoel naar beneden keek, zou je jumbojets kunnen ontdekken, maar die bevonden zich enige kilometers lager.
  • Als - osvg
  • vanuit - vz
  • je - bez.vnw
  • zou - hww
  • kunnen - hww
  • maar - nsvg
  • die - aanw.vnw
  • enige - onbep.hoofdtelw

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Woordsoorten benoemen
Deze toestellen leken wel slakken in vergelijking met de Concorde, want ze konden maar 0,85 keer de geluidssnelheid halen.
  • leken - kww
  • Concorde - zn
  • want - nsvg
  • ze - pers.vnw

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Grammatica taalkundig ontleden
  • Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
  • Koppel- of hulpwerkwoord
  • Werkwoorden: zww, kww en hww
  • Telwoorden
  • Voegwoorden
  • Werkwoorden  in samengestelde zinnen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen grammatica taalkundig ontleden
  • Je kunt persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen
  • Je kunt koppel- of hulpwerkwoorden herkennen
  • Je kunt zelfstandige, koppel- en hulpwerkwoorden herkennen
  • Je kent het verschil tussen hoofd- en rangtelwoorden en kunt deze herkennen
  • Je weet wat neven- en onderschikkende voegwoorden zijn en kunt deze herkennen
  • Je kunt zelfstandige werkwoorden, koppel- en hulpwerkwoorden herkennen  in samengestelde zinnen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

LESDOEL






Kunnen
Kennen
Een hulp-, koppel- en zelfstandig werkwoord in een samengestelde zin vinden
Wat een hulp-, koppel- en zelfstandig werkwoord is
Wat een samengestelde zin is

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Samengestelde zinnen?

Hoeveel persoonsvormen/hoeveel zinnen zie je?

De man doet heel erg raar. 

De man die daar in zijn eentje liep, doet heel erg raar. 





Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samengestelde zinnen


1 zin/1 pv = enkelvoudige zin 
meerdere zinnen/meerdere pv: samengestelde zin

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Dus:

De man doet heel erg raar. 
Enkelvoudig

De man die daar in zijn eentje liepdoet heel erg raar. 
Meervoudig




Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Werkwoorden benoemen
- In elke enkelvoudige zin is er één werkwoord het belangrijkst; alle werkwoorden die dat niet zijn, noemen we hulpwerkwoorden

- Als het belangrijkste werkwoord in de zin een vorm van zijn, worden, schijnen, blijven, blijken, lijken, dunken, heten of voorkomen is, noemen we het een koppelwerkwoord. 
- Als het geen koppelwerkwoord is, is het een zelfstandig werkwoord. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

En in samengestelde zinnen?
Ook in samengestelde zinnen is dit het geval; we splitsen deze samengestelde zinnen alleen eerst op in enkelvoudige zinnen. 

We veranderen de zin van tijd om te bekijken hoeveel persoonsvormen er in de samengestelde zin zijn. 

Vervolgens hakken we de samengestelde zin in stukken en benoemen we de werkwoorden in de enkelvoudige zinnen die we overhouden. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Dagwerk grammatica 
Waar? 
Bladzijde 180-181

Welke opdrachten?
1, 2, 3 en 5


timer
13:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hulp-, koppel- en zelfstandig werkwoord in een samengestelde zin
Hoe ga je te werk?

  1. Splits de samengestelde zin in enkelvoudige zinnen (pv's tellen)
  2. Bepaal of het een werkwoordelijk- of naamwoordelijk gezegde is
  3. Bepaal vervolgens per enkelvoudige zin wat de werkwoorden zijn

Slide 15 - Slide

This item has no instructions