What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
toets grammatica Klare Taal t/m les 12 en 21
De verkleinwoorden voor bel en lamp zijn:
A
beltje lampje
B
beltje lamptje
C
belletje lampje
D
belletje lamptje
1 / 17
next
Slide 1:
Quiz
NT2
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De verkleinwoorden voor bel en lamp zijn:
A
beltje lampje
B
beltje lamptje
C
belletje lampje
D
belletje lamptje
Slide 1 - Quiz
Het meervoud van taxi en lamp zijn:
A
taxies lampje
B
taxi's lampje
C
taxies lampen
D
taxi's lampen
Slide 2 - Quiz
Hij..................(braden) het vlees.
A
braad
B
braadt
C
braat
D
bradt
Slide 3 - Quiz
Ik ...............(fietsen) morgen om 8.00 uur naar school.
A
fiets
B
fietsen
C
fietst
D
fietset
Slide 4 - Quiz
Ik ................(fietsen) gisteren met al mijn vrienden naar het zwembad.
A
fiets
B
fietst
C
fietsten
D
fietste
Slide 5 - Quiz
Wij ...........................(koken) vorig jaar nog vaak samen.
A
kookten
B
kokten
C
koken
D
kookte
Slide 6 - Quiz
Sleep het juiste verkleinwoord uit de blauwe vakken naar het woord in het rode vak.
de la
de bel
Het laatje
Het latje
De laatje
het belje
Het belletje
Het beletje
Slide 7 - Drag question
Sleep het juiste verkleinwoord uit de blauwe vakken naar het woord in het rode vak.
de koning
het raam
De koninkje
de kongje
Het koninkje
het raampje
De raampje
Het raamje
Slide 8 - Drag question
Vul de juiste vorm in van hebben of zijn.
Wij ............. een toets vandaag.
A
zijn
B
hebben
C
is
D
heb
Slide 9 - Quiz
Vul het juiste werkwoord in: hebben of zijn.
Hij ................ (1) een nieuwe fiets en ....................(2) er erg blij mee.
A
1. heeft 2. is
B
1. heeft 2. bent
C
1. is 2. heeft
D
1. hebt 2. is
Slide 10 - Quiz
De bal is mooi. Het is een ...................bal
Ik wordt al oud, ik krijg....................haren.
De hond is niet vies meer. Het is nu een ..................... hond.
moie
mooiie
mooie
grijse
grijze
schone
schoone
hondje
ronde
Slide 11 - Drag question
De bal is rood. Het is een ...................bal
Ik wordt al oud, ik krijg....................armen en benen .
De plank hangt hoog, Het is een ....................... plank.
zwakke
zwake
hoge
sterke
rode
volle
roode
hooge
ronde
Slide 12 - Drag question
Sleep het juiste verkleinwoord uit de blauwe vakken naar het woord in het rode vak.
Het is slecht weer. De ................ op de zee zijn hoog.
In de vaas staan mooie bloemen. Het zijn ..............
roode roosen
golfen
golven
de golf
bloemen
rode rozen
Slide 13 - Drag question
Het meervoud van opa (1)en huis (2) is:
A
1. opaas 2. huisen
B
1. opas 2. huizen
C
1. oppa's 2. huisen
D
1. opa's 2. huizen
Slide 14 - Quiz
Hij .............. (geven) haar een zoen en
.................... (spreken) heel lief tegen haar.
A
geeft spreekt
B
geef spreekt
C
gevt spreken
D
gevt sprekt
Slide 15 - Quiz
Hij ....................... (huilt) hard omdat wij
weg ................. (gaan).
A
huilt gaat
B
huilen gaan
C
huilt gaan
D
huilt gaat
Slide 16 - Quiz
De muis piept hard, .................. is bang.
Wij moeten heel veel leren, ................... worden er moe van.
De kinderen zijn moe, ...................... moeten nu naar bed.
hij
jij
zij
de
je
we
het
wij
ze
Slide 17 - Drag question
More lessons like this
21 verkleinwoorden
January 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
21 verkleinwoorden
4 days ago
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
2023-01-11 Groep A-rood
September 2023
- Lesson with
25 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2 KGT C7 Spel §7 L2
February 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Thema 2 les 9
October 2022
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Verkleinwoorden en meervouden
June 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
Voortgezet speciaal onderwijs
vmbo
Leerroute VL
Leerroute VB
Leerroute VK
Leerroute VT
Leerroute VG
Leerjaar 1
Les 5: verkleinwoorden
May 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Hoofdstuk 5.8 Spelling WOENSDAG 19 mei kader
May 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4