Het actualiteitsbeginsel: the present is the key to the past. (Het uitgangspunt dat fysische processen zoals die nu plaatsvinden in het verleden ook zo plaatsvonden).
Platentektoniek is een systeem van interacties tussen delen van de aardkorst. De beweging en de interactie worden veroorzaakt door de interne hitte van de aarde.
Plaatbewegingen zijn het resultaat van een duwkracht vanuit de (mid)oceanische rug (ridge push) en een trekkracht als gevolg van het wegduiken van de oceanische korst bij een
subductiezone (slab pull). Door endogene processen ontstaan vulkanen, aardbevingen en
gebergten en de bijbehorende geomorfologische verschijnselen. Het eruptietype van een vulkaan weerspiegelt zich in de vorm.
Het actualiteitsbeginsel: the present is the key to the past. (Het uitgangspunt dat fysische processen zoals die nu plaatsvinden in het verleden ook zo plaatsvonden).
Platentektoniek is een systeem van interacties tussen delen van de aardkorst. De beweging en de interactie worden veroorzaakt door de interne hitte van de aarde.
Plaatbewegingen zijn het resultaat van een duwkracht vanuit de (mid)oceanische rug (ridge push) en een trekkracht als gevolg van het wegduiken van de oceanische korst bij een
subductiezone (slab pull). Door endogene processen ontstaan vulkanen, aardbevingen en
gebergten en de bijbehorende geomorfologische verschijnselen. Het eruptietype van een vulkaan weerspiegelt zich in de vorm.
Slide 1 - Slide
Aarde: wat moet je kunnen? Aandachtspunten
Door verwering en erosie worden gesteenten afgebroken. Het verweringsmateriaal wordt getransporteerd en elders gesedimenteerd.
De verweringsvorm die overheerst in een gebied wordt hoofdzakelijk bepaald door de klimatologische omstandigheden.
In de aride zone overheerst in het algemeen mechanische verwering.
In de aride zone wordt verweringsmateriaal door gebrek aan vegetatie minder goed vastgehouden dan in de gematigde zone.
Stroomsnelheid en transportmechanisme bepalen de korrelgrootte(verdeling) van het sediment.
Slide 2 - Slide
Aarde: wat moet je kunnen? Aandachtspunten
Veranderingen van het aardoppervlak ontstaan door de opbouwende werking van endogene processen en de afbrekende werking door exogene processen.
Door platentektoniek ontstaan gebergten. De gesteenten in deze gebergten worden onder invloed van met name de hydrologische kringloop afgebroken.
Het verweringsmateriaal uit gebergten wordt onder invloed van met name de hydrologische kringloop getransporteerd naar lager gelegen gebieden en daar gesedimenteerd.
Stollings- en sedimentgesteenten kunnen onder langdurige invloed van hoge druk en/of warmte omgezet worden tot metamorfe gesteenten.
Platentektoniek, de gesteentekringloop en de hydrologische kringloop spelen zich af op verschillende tijd- en ruimteschalen.
Slide 3 - Slide
Stukje theorie
Slide 4 - Slide
Endogene processen
Exogene processen
Slide 5 - Slide
Endogene processen = vormen het landschap op aarde (zoals bergen)
Exogene processen = breken het landschap af (door verwering en erosie)
Slide 6 - Slide
Platentektoniek
3 soorten bewegingen
- convergent
- divergent
- transform
Slide 7 - Slide
Aardkorst
Basalt -> oceanische korst -> zwaar
Graniet -> continentale korst -> lichter
Midoceanische rug-> onderwatergebergte
Diepzeetroggen -> oceanische korst duikt onder continentale korst
Slide 8 - Slide
Divergente bewegingen
Slide 9 - Slide
transforme bewegingen
Slide 10 - Slide
Convergente bewegingen
Slide 11 - Slide
Vulkanen
Vulkanen bij divergente en convergente plaatgrenzen...
maar die zijn niet hetzelfde...
waarom soms effusief en waarom soms explosief?
Slide 12 - Slide
Schildvulkaan
Divergente plaatgrens
ontstaan opening
uitvloeien magma met weinig gas
weinig druk
rustige uitvloeiende lava
vlakke helling, schildvormig
Slide 13 - Slide
Stratovulkaan
subductie
een combinatie van smeltende korsten, sediment, gas
stroperige en gasrijke magma
hoge druk
explosieve uitbarstingen
steile vulkaan
Slide 14 - Slide
Divergerende platen
Effussief
Convergerende platen
Explosief
Stratovulkanen
Intrusies
In vast gesteente
Niet aan oppervlakte
Hotspots
Zwakke plekken in aardkorst
Magma komt naar boven
Slide 15 - Slide
Hotspot
Slide 16 - Slide
Gebergte
Een jong plooiingsgebergte, ontstaan door endogene krachten
Een oud gebergte, de spitse toppen zijn afgevlakt door verwering en erosie
Slide 17 - Slide
gesteente
Graniet, hard stollings- en dieptegesteente.
gesteente
Basalt, hard stollingsgesteente wat meer aan het oppervlakte is gevormd.
gesteente
Dolomiet, sedimentair- of afzettingsgesteente.
Slide 18 - Slide
Opfrissen
Ontstaan van type stenen:
Gesteentekringloop
Sedimentgesteente
Stollingsgesteente
Metamorfe gesteente
Slide 19 - Slide
Soorten gesteente
- Stollingsgesteente
-> afkoelen en stollen van magma
- Sedimentgesteente
-> Ophoping van verweringsmateriaal
- Metamorf gesteente
-> gesteente blootgesteld aan druk en hitte
Slide 20 - Slide
Welk gesteente ontstaat op welke plek?
Uitvloeiingsgesteente
Dieptegesteente
Metamorf gesteente
Sedimentgesteente
A
Metamorf gesteente
B
Sedimentgesteente
C
Dieptegesteente
D
Uitvloeiingsgesteente
Slide 21 - Slide
Sedimentgesteente
Te herkennen aan:
Laagjes
Fossielen
Grind -> conglomeraat
Zand -> zandsteen
Klei -> schalie -> leisteen
kalkskeletjes/schelpen -> kalksteen
Slide 22 - Slide
Metamorfe gesteente
Gesteente dat onder invloed van druk en temperatuur gevormd is uit een stollings- en/of sedimentgesteente. Metamorf gesteente heeft een gedaanteverwisseling ondergaan.
Slide 23 - Slide
Metamorf gesteente
Slide 24 - Slide
Stollingsgesteente
Gestold magma
Ontstaan bij vulkanisme
bijv. Graniet / Basalt
dieptegesteente
ganggesteente
uitvloeiingsgesteente
Slide 25 - Slide
Graniet =
Dieptegesteente Ontstaan bij subductie
Meest taaie magma
Andesiet =
Uitvloeiingsgesteente (=vulkanische gesteente)
Ontstaan bij subductie
middelmatig taaie magma
Basalt =
Uitvloeiingsgesteente (=vulkanische gesteente)
Ontstaan bij divergentie
vloeibare magma
Steeds taaier magma
Slide 26 - Slide
Aardbevingen
Slide 27 - Slide
Trillingen in de aarde
Hypocentrum
Epicentrum
Schaal van Richter -> Magnitude
Schaal van Mercalli -> Intensiteit
Slide 28 - Slide
Opfrissen
Mechanische en chemische verwering
Verweringsmateriaal wordt getransporteerd door wind/water/ijs
Erosie = schurende werking van materiaal, transport
Sedimentatie = materiaal wordt ergens neergelegd
Slide 29 - Slide
Gesloopt gesteente
Slide 30 - Slide
Verwering
Fysische verwering:
Vorstverwering
Insolatie
Biologische verwering
Chemische verwering:
H2O -> oplossen
CO2 -> oplossen in zuur water
O2 -> oxideren
Slide 31 - Slide
Fysische en chemische verwering
Fysische verwering
Verbrokkelen van gesteente
bevriezen van water / temperatuurwisseling / werking van wortels
Chemische verwering
Oplossen van gesteente
inwerking water / zuren / zuurstof
Slide 32 - Slide
Invloed van het klimaat
Slide 33 - Slide
Verweringsmateriaal in beweging
Slide 34 - Slide
Verweringsmateriaal in beweging?
Door zwaartekracht.
Soorten aardverschuivingen:
Vallend gesteente
bergstorting
puinlawine
modderstroom
Slide 35 - Slide
Verweringmateriaal op transport
Transporteurs
Rivierstelsels
IJs
Wind
Zeestromingen en golven
Slide 36 - Slide
Erosie
Uitschuren gesteente
riviererosie: bovenloop rivier
middenloop rivier
Slide 37 - Slide
Erosie
U en V-dal
Gletsjer: morene
Slide 38 - Slide
riviererosie: horizontale erosie
Verticale erosie
Slide 39 - Slide
Sedimentatie
Slide 40 - Slide
Delta
Estuarium
Slide 41 - Slide
Opfrissen
Processen staan niet los van elkaar --> systeem aarde