Aanstelling landvoogdes: plaatsvervanger van de koning: Margaretha van Parma
Gewestelijke stadhouder: Willem van Oranje (Holland, Utrecht en Zeeland)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
§1.2 Onvrede in de Nederlanden
Slide 10 - Slide
De paus is de baas
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 11 - Quiz
Mensen die voor de kerk werken mogen niet trouwen (celibaat)
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 12 - Quiz
Kerken mogen geen versierselen hebben
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 13 - Quiz
De bijbel in de eigen taal in plaats van het latijn
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 14 - Quiz
Verering van heilige beelden en voorwerpen
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 15 - Quiz
Je kan je zonden afkopen met een aflaat
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 16 - Quiz
Welke Maarten begon het protestantisme?
A
Luiter
B
King
C
Luther
D
Koning
Slide 17 - Quiz
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.
Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.
Check HW: opdracht 4, 5, 6
Slide 18 - Slide
Wie was de baas van de Nederlanden?
A
De landheer
B
De landvoogd(es)
C
De stadhouder
D
De burgemeester
Slide 19 - Quiz
Wie was de baas in de gewesten?
A
De landheer
B
De landvoogd
C
De stadhouder
D
De burgemeester
Slide 20 - Quiz
Verzet tegen de Spaanse koning
1. Bestuurders van de gewesten wilden geen centraal bestuur: minder macht.
2. Nieuwe belastingenkostte de bevolking veel meer geld.
3. Katholieke Filips II ging over tot bloedige vervolging van protestanten in de Nederlanden.
GEVOLG: 1566 Smeekschrift der edelen= aangeboden aan Margaretha van Parma
Doordat de protestanten niet werden vervolgd, konden zij hagenpreken houden. In deze preken werd de onvrede tegen de katholieke kerk en Filips II geuit. Hierdoor nam de onrust toe.
Slide 21 - Slide
1566 smeekschrift der Edelen
HET SMEEKSCHRIFT DER EDELEN, EEN VERZOEK OM TOLERANTIE AAN MRGARETHA VAN PARMA. (STAAT IN VERBAND MET GODSDIENSTIGE EN POLITIEKE OORZAKEN)
Slide 22 - Slide
De situatie in 1566...niet optimaal...
(Redenen voor de Opstand dus!)
Edelen
Door de centralisatie bepaalde de landvoogdes Margaretha van Parma zonder overleg. De edelen verloren hierdoor hun macht
Rijke burgers
Door de centralisatie hadden de rijke burgers ook minder invloed op het bestuur van de gewesten.
€
Armoede/honger
Veel arbeiders en ambachtsleiden verdienden maar weinig geld. Ook mislukten de oogsten waardoor er weinig voedsel was.
Protestantisme
Veel mensen waren katholiek, maar er waren aardig veel protestanten. De katholieken vonden dat protestanten veel te hard werden aangepakt (onterecht).
✞
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Aan de slag
Samen lezen paragraaf 1.2
(blz 26/27)
Maak van paragraaf 1.2:
7 en 8
Klaar? Lees blz 28 goed door.
Slide 25 - Slide
§1.2 Onvrede in de Nederlanden
Slide 26 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.
Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.
Slide 27 - Slide
Planning
De beeldenstorm
Historische vaardigheden
Opdracht
Afsluiting
Slide 28 - Slide
Waar waren we gebleven?
Slide 29 - Slide
De beeldenstorm (1)
Door Smeekschrift tijdelijke rust in Nederlanden
Protestanten (even) niet vervolgd
Hagenpreken
Kerken waren er nog niet
1566
Vlaamse predikant Sebastian Mette maakte zich kwaad over de heiligen verering in de katholieke kerk.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
De Beeldenstorm (2)
Boze gelovigen trokken naar de kerk en vernielden alle beelden en namen de kostbaarheden mee.
Meer van deze plunderingen verspreidden zich als een olievlek door de Nederlanden.
Als reactie stuurt Filips de hertog van Alva naar de Nederlanden...
Protestanten en ook Willem van Oranje vluchtten weg
Verzet bleef
Strijd voor godsdienstvrijheid
Slide 33 - Slide
Historische vaardigheden
GS en veranderingen:
Politiek: verdeling van macht, de organisatie van het bestuur, het denken over het bestuur en het maken van wetten en regels.
Economisch: manier waarop mensen in hun onderhoud voorzien en de manier waarop de opbrengst van het werk onderling wordt verdeeld.
Cultureel: ideeën van mensen en de manier waarop ze zich uiten, bijvoorbeeld in hun gewoontes en regels, of kunst en wetenschap, gebouwen.
Slide 34 - Slide
Welke oorzaak hoort waar?
Cultureel
Economisch
Politiek
De Nederlanders edelen wilden geen centraal bestuur. Zij wilden niet gehoorzamen aan Spaanse ambtenaren.
In de Nederlanden waren de meeste mensen calvinist. Zij waren tegen de vrede vervolging van de protestanten
Nederlanders waren tegen vaste belastingen, zij zouden daardoor een deel van hun macht verliezen.
Slide 35 - Drag question
Slide 36 - Video
Zelfstandig werken
Zorg dat je aantekeningen op orde zijn en je alle vragen van 1.2 hebt gemaakt van MEMO.
Klaar?
Test jezelf online P1.1
Slide 37 - Slide
Leerdoelen P1.2
Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.
Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.