1.2 Onvrede in de Nederlanden

§1.2 Onvrede in de Nederlanden
1 / 38
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

§1.2 Onvrede in de Nederlanden

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.  

  • Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten

  • Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.

Slide 2 - Slide

Waar waren we gebleven?
  • Samen maken blz 25 opdracht 1, 2, 3

Slide 3 - Slide

Het Nederlandse volkslied
  • Wilhelmus van Nassouwe
  • ben ik, van Duitsen bloed,
  • den vaderland getrouwe
  • blijf ik tot in den dood.
  • Een Prinse van Oranje
  • ben ik, vrij, onverveerd,
  • den Koning van Hispanje
  • heb ik altijd geëerd

CDA leider Buma in 2019

Slide 4 - Slide

Spaanse rijk
  • Landheer = Karel V is keizer van Duitsland, koning van Spanje en heer der Nederlanden

  • De 17 Nederlandse gewesten hebben veel zelfstandigheid: privileges (eigen regels, gewoontes en taal) in ruil voor belastingen 

  • Landvoogd(es)  = vertegenwoordiger koning in gehele Nederlanden

  • Stadhouder  = vertegenwoordiger vd koning in gewesten 
  • Spaanse keizer had hierdoor minder macht (lees) minder geld voor oorlog want elke keer overleggen met aparte gewesten.

Slide 5 - Slide

Situatie De Nederlanden binnen het Habsburgse rijk

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Centraal bestuur (2)
  • Karel V voerde een centraal bestuur in:
  • dezelfde regels, dezelfde belastingen; Spaanse ambtenaren.  

  • 1555 Karel V overlijdt: Filips II volgt vader op. 
  • Aanstelling landvoogdes: plaatsvervanger van de koning: Margaretha van Parma
  • Gewestelijke stadhouder:  Willem van Oranje (Holland, Utrecht en Zeeland)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

§1.2 Onvrede in de Nederlanden

Slide 10 - Slide

De paus is de baas
A
Katholieken
B
Protestanten

Slide 11 - Quiz

Mensen die voor de kerk werken mogen niet trouwen (celibaat)
A
Katholieken
B
Protestanten

Slide 12 - Quiz

Kerken mogen geen versierselen hebben
A
Katholieken
B
Protestanten

Slide 13 - Quiz

De bijbel in de eigen taal in plaats van het latijn
A
Katholieken
B
Protestanten

Slide 14 - Quiz

Verering van heilige beelden en voorwerpen
A
Katholieken
B
Protestanten

Slide 15 - Quiz

Je kan je zonden afkopen met een aflaat
A
Katholieken
B
Protestanten

Slide 16 - Quiz

Welke Maarten begon het protestantisme?
A
Luiter
B
King
C
Luther
D
Koning

Slide 17 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.  

  • Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten

  • Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.

  • Check HW: opdracht 4, 5, 6

Slide 18 - Slide

Wie was de baas van de Nederlanden?
A
De landheer
B
De landvoogd(es)
C
De stadhouder
D
De burgemeester

Slide 19 - Quiz

Wie was de baas in de gewesten?
A
De landheer
B
De landvoogd
C
De stadhouder
D
De burgemeester

Slide 20 - Quiz

Verzet tegen de Spaanse koning
  • 1. Bestuurders van de gewesten wilden geen centraal bestuur: minder macht.
  • 2. Nieuwe belastingen kostte de bevolking veel meer geld. 
  • 3. Katholieke Filips II ging over tot bloedige vervolging van protestanten in de Nederlanden. 
  • GEVOLG: 1566 Smeekschrift der edelen= aangeboden aan Margaretha van Parma
Doordat de protestanten niet werden vervolgd, konden zij hagenpreken houden. In deze preken werd de onvrede tegen de katholieke kerk en Filips II geuit. Hierdoor nam de onrust toe. 

Slide 21 - Slide

1566 smeekschrift der Edelen
HET SMEEKSCHRIFT DER EDELEN, EEN VERZOEK OM TOLERANTIE AAN MRGARETHA VAN PARMA. (STAAT IN VERBAND MET GODSDIENSTIGE EN POLITIEKE OORZAKEN)

Slide 22 - Slide

De situatie in 1566...niet optimaal...
(Redenen voor de Opstand dus!)
Edelen
Door de centralisatie bepaalde de landvoogdes Margaretha van Parma zonder overleg. De edelen verloren hierdoor hun macht
Rijke burgers
Door de centralisatie hadden de rijke burgers ook minder invloed op het bestuur van de gewesten.
Armoede/honger
Veel arbeiders en ambachtsleiden verdienden maar weinig geld. Ook mislukten de oogsten waardoor er weinig voedsel was.
Protestantisme
Veel mensen waren katholiek, maar er waren aardig veel protestanten. De katholieken vonden dat protestanten veel te hard werden aangepakt (onterecht).

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Aan de slag
  • Samen lezen paragraaf 1.2
  • (blz 26/27) 

  • Maak van paragraaf 1.2:  

  • 7 en 8
  • Klaar? Lees blz 28 goed door.

Slide 25 - Slide

§1.2 Onvrede in de Nederlanden

Slide 26 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.  

  • Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten

  • Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.

Slide 27 - Slide

Planning
  • De beeldenstorm
  • Historische vaardigheden
  • Opdracht
  • Afsluiting 

Slide 28 - Slide


Waar waren we gebleven?

Slide 29 - Slide

De beeldenstorm (1)
  • Door Smeekschrift tijdelijke rust in Nederlanden
  • Protestanten (even) niet vervolgd 
  • Hagenpreken 
  • Kerken waren er nog niet
  • 1566 
  • Vlaamse predikant Sebastian Mette maakte zich kwaad over de heiligen verering in de katholieke kerk.  

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

De Beeldenstorm (2)
  • Boze gelovigen trokken naar de kerk en vernielden alle beelden en namen de kostbaarheden mee.
  • Meer van deze plunderingen verspreidden zich als een olievlek door de Nederlanden. 
  • Als reactie stuurt Filips de hertog van Alva naar de Nederlanden... 
  • Protestanten en ook Willem van Oranje vluchtten weg 
  • Verzet bleef
  • Strijd voor godsdienstvrijheid 

Slide 33 - Slide

Historische vaardigheden 
  • GS en veranderingen:
  • Politiek:  verdeling van macht, de organisatie van het bestuur, het denken over het bestuur en het maken van wetten en regels.

  • Economisch: manier waarop mensen in hun onderhoud voorzien en de manier waarop de opbrengst van het werk onderling wordt verdeeld

  • Cultureel: ideeën van mensen en de manier waarop ze zich uiten, bijvoorbeeld in hun gewoontes en regels, of kunst en wetenschap, gebouwen. 

Slide 34 - Slide

Welke oorzaak hoort waar? 
Cultureel
Economisch
Politiek
De Nederlanders edelen wilden geen centraal bestuur. Zij wilden niet gehoorzamen aan Spaanse ambtenaren. 

In de Nederlanden waren de meeste mensen calvinist. Zij waren tegen de vrede vervolging van de protestanten
Nederlanders waren tegen vaste belastingen, zij zouden daardoor een deel van hun macht verliezen. 

Slide 35 - Drag question

Slide 36 - Video

Zelfstandig werken
  • Zorg dat je aantekeningen op orde zijn en je alle vragen van 1.2 hebt gemaakt van MEMO.
  • Klaar?
  • Test jezelf online P1.1

Slide 37 - Slide

Leerdoelen P1.2
  • Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.  

  • Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten

  • Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.

Slide 38 - Slide