This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom 1KMA,
Nederlands werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Boekopdracht 3
Je leest je boek uit. Daarna maak je een eigen stripverhaal van de hoofdpersoon van minimaal 6 plaatjes waarin ik kan zien wat er zich heeft afgespeeld in het boek. Dit mag je tekenen met een grijs of een kleurenpotlood. Doe dit op een A4 of A3. Je mag er ook tekst bijschrijven zoals in een echt stripboek. Dit worden dan wolkjes. Een strip in boekvorm mag ook !
Slide 2 - Slide
boek lezen
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Lesprogramma
- Lezen (10 min)
- Bespreken opdrachten 16, 17 en 18 (10 min)
- Uitleg voltooid deelwoord (10 min)
- Maken opdrachten
19 en 20 (10 min)
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les zijn de volgende doelen behaald:
Je kent de verschillende werkwoordsvormen en je kunt vaststellen of een woord een voltooid deelwoord is.
Je kent de regels voor het schrijven van het voltooid deelwoord.
Je kent de regels van de Engelse werkwoorden.
Slide 5 - Slide
Bespreken opdrachten 16, 17 en 18.
Kijk mee in je boek en je schrift !
Verbeter de gemaakte fouten !
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Het voltooid deelwoord
Heeft een hulpwerkwoord nodig:
Ik heb………..(gemaakt)
Ik ben………..(opgehaald)
Ik word………..( verzorgd)
Het geeft aan dat iets afgelopen/ voltooid is.
Slide 9 - Slide
VD klankveranderende ww
Schrijf wat je hoort.
Eindigt meestal op –en.
Bijv. gebeten, geschreven, gelopen, gekregen.....
Slide 10 - Slide
VD klankvaste ww
ge+stam+t óf ge+stam+d
Ezelsbruggetje: ‘t s e x y f o k s ch aa p
Bijv. gemaakt, geleerd
Of het VD langer maken...
Bijv. gemaakte, geleerde
Slide 11 - Slide
Voltooid deelwoord
Let op bij de wissel z/s en v/f!
Bijv. verhuizen - verhuisd
beroven - beroofd
Slide 12 - Slide
Uitzonderingen
Bij ww waarmee de infinitief met be-, ont-, ver-, en her- begint, begint het VD niet met ge-.
Bijv. beantwoorden – beantwoord
verbranden - verbrand
herinneren - herinnerd
Slide 13 - Slide
let op!
Soms hoor je het verschil tussen pv en vd niet, maar je schrijft ze wel anders.
Zij verandert (=pv) de opstelling.
Zij is veranderd. (=vd)
Slide 14 - Slide
Opa is vorig jaar naar Oostenrijk...... (rijden)
Slide 15 - Open question
In de corona-tijd hebben we zelf maar ons haar..... ( knippen )
Slide 16 - Open question
Ze hebben de nieuwe omgeving....... (verkennen)
Slide 17 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van "interviewen"?
A
geinterviewd
B
geïnterviewd
C
geinterviewt
D
geïnterviewt
Slide 18 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van "misbruiken"?
A
misbruikt
B
gemisbruikt
Slide 19 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van "verduren"?
A
geduurd
B
verduurd
C
geverduurd
Slide 20 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van "uitzoeken"?
A
uitzocht
B
uitgezocht
C
geüitzocht
Slide 21 - Quiz
Vond je de lesstof moeilijk (0) of heel makkelijk (100)?