Schaarste en Ruil

Economie

3 havo
2020 - 2021
Les 1 - Schaarste en ruil
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie

3 havo
2020 - 2021
Les 1 - Schaarste en ruil

Slide 1 - Slide

Leerdoelen deze les:
  • ik weet welke soorten behoeften er bestaan
  • ik kan de spanning tussen behoeften en middelen uitleggen
  • ik weet het verschil tussen goederen en diensten
  • ik weet wat alternatief aanwendbaar inhoudt

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1
Waar heb jij behoefte aan?

Slide 3 - Slide

behoeften

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

schaars

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

hoe maak jij keuzes?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Ze
l
f
v
oo
r
z
i
en
i
ng

Slide 11 - Slide

Behoeften verdeel je in
A
Primaire en basis behoeften
B
Primaire en secundaire behoeften
C
Luxe en secundaire behoeften

Slide 12 - Quiz

Primaire behoeften zijn ...
A
Noodzakelijke behoeften
B
Luxe behoeften
C
Secundaire behoeften
D
Quartaire behoeften

Slide 13 - Quiz

Het huis waarin je woont
A
primaire behoeften
B
secundaire behoeften

Slide 14 - Quiz

Een rolstoel voor een gehandicapte
A
primaire behoeften
B
secundaire behoeften

Slide 15 - Quiz

Eten en drinken zijn voorbeelden van ...
A
Basisbehoeften
B
Overige behoeften
C
Niet-noodzakelijke behoeften
D
Secundaire behoeften

Slide 16 - Quiz

Wat zijn overige behoeften?
A
Luxe behoeften
B
Behoeften die noodzakelijk zijn
C
Behoeften waarvan je van te voren niet weet dat je ze hebt
D
Voorzienbare behoeften

Slide 17 - Quiz

De vakantie die je boekt naar de Spaanse costa is een
A
primaire behoeften
B
secundaire behoeften

Slide 18 - Quiz

Ik gebruik mijn geld grotendeels voor
A
Primaire behoeften
B
Secundaire behoeften

Slide 19 - Quiz

Je kunt alle behoeften kopen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Bezuinigen
D
Investeren

Slide 21 - Quiz

Schaarste betekent in de economie ...
A
dat er weinig van is.
B
dat mensen secundaire behoeften hebben.
C
dat je middelen te beperkt zijn om in al je behoeften te voorzien .
D
dat is iets zeldzaam is.

Slide 22 - Quiz

Schaarse goederen kosten geld (of hebben een waarde)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Welk(e) van de volgende goederen is / zijn niet schaars?
A
Een schilderij van Rembrandt
B
Keukenzout
C
Drinkwater
D
Zand in de Sahara

Slide 24 - Quiz

Goederen
Diensten

Slide 25 - Drag question