Schaarste en Ruil
1 / 26
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
behoeften
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Slide
schaars
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
hoe maak jij keuzes?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
Behoeften verdeel je in
A
Primaire en basis behoeften
B
Primaire en secundaire behoeften
C
Luxe en secundaire behoeften
Slide 13 - Quiz
Primaire behoeften zijn ...
A
Noodzakelijke behoeften
B
Luxe behoeften
C
Secundaire behoeften
D
Quartaire behoeften
Slide 14 - Quiz
Het huis waarin je woont
A
primaire behoeften
B
secundaire behoeften
Slide 15 - Quiz
Een rolstoel voor een gehandicapte
A
primaire behoeften
B
secundaire behoeften
Slide 16 - Quiz
Eten en drinken zijn voorbeelden van ...
A
Basisbehoeften
B
Overige behoeften
C
Niet-noodzakelijke behoeften
D
Secundaire behoeften
Slide 17 - Quiz
Wat zijn overige behoeften?
A
Luxe behoeften
B
Behoeften die noodzakelijk zijn
C
Behoeften waarvan je van te voren niet weet dat je ze hebt
D
Voorzienbare behoeften
Slide 18 - Quiz
De vakantie die je boekt naar de Spaanse costa is een
A
primaire behoeften
B
secundaire behoeften
Slide 19 - Quiz
Ik gebruik mijn geld grotendeels voor
A
Primaire behoeften
B
Secundaire behoeften
Slide 20 - Quiz
Je kunt alle behoeften kopen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Bezuinigen
D
Investeren
Slide 22 - Quiz
Schaarste betekent in de economie ...
A
dat er weinig van is.
B
dat mensen secundaire behoeften hebben.
C
dat je middelen te beperkt zijn om in al je behoeften te voorzien .
D
dat is iets zeldzaam is.
Slide 23 - Quiz
Schaarse goederen kosten geld (of hebben een waarde)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Welk(e) van de volgende goederen is / zijn niet schaars?
A
Een schilderij van Rembrandt
B
Keukenzout
C
Drinkwater
D
Zand in de Sahara
Slide 25 - Quiz
Goederen
Diensten
