1A - di160221

BONJOUR
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

BONJOUR

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
Parler
Grammaire 
Au travail
Les devoirs


Slide 2 - Slide

Parler

Slide 3 - Slide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
Mijn kamer is niet groot. 
Hoe ziet jouw kamer eruit? 
Haar tas is vies. 
Haar tassen zijn allemaal vies. 

  • Geeft aan van wie iets is 

Slide 4 - Slide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
In het Frans kijk je niet alleen naar van wie iets is, maar óók of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of meervoud is. 

Mon père est sévère. 
Ma mère est sympa. 

Slide 5 - Slide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Mannelijk
Mon
Ton
Son
Vrouwelijk
Ma
Ta
Sa
Meervoud
Mes
Tes
Ses

Slide 6 - Slide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
Mijn rugzak is zwaar - Mon sac à dos est lourd. 
Mijn etui is rood - Ma trousse est rouge 
Mijn docenten zijn grappig - Mes profs sont marrants. 

Slide 7 - Slide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
Let op! Als het woord vrouwelijk is én met een klinker begint, krijg je toch de mannelijke vorm (klinkerbotsing)

Ta amie est marrante (jouw vriendin is grappig) 
Ton amie est marrante 

Slide 8 - Slide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
Let op! Son/sa/ses kan zowel zijn als haar betekenen. 

Son tableau est beau - Zijn/haar schilderij is mooi. 
Sa chambre est grande - Zijn/haar kamer is groot. 
Ses parents sont sympas - Zijn/haar ouders zijn aardig. 

Slide 9 - Slide

Even oefenen.. 
1. ..... école (jouw) 
2. ..... classe (mijn) 
3. ...... secret (haar) 
4. ....... soeur (mijn) 
5. ....... copain (zijn)

Slide 10 - Slide

Au travail
Ex. 30acde 
Ex. 31A

Slide 11 - Slide

Les devoirs
Mercredi 17  février
Apprendre: blokje E en F herhalen
Faire: Ex. 30acde
en ex. 31A

Slide 12 - Slide