unité 6: grammaire 2: delend lidwoord

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR ET BIENVENUE

Bonjour

et 

bienvenue!!

la tâche de début

Overleg in tweetallen 

Traduisez ce texte. 

je prépare des spaghettis pour ce soir. 

Tu peux aller faire des cours s'il te plaît?

Il faut des tomates, de la viande hachée, des champignons et du fromage. 

D'accord, je vais au supermarché.

Inhoud

• La tâche de début
• Grammaire 2:
  het delend lidwoord
• Au travail
• Klassikaal nakijken

Het lidwoord

                                                            

Onbepaald lidwoord

Bepaald lidwoord

Grammaire : Lidwoorden

• In het Frans heb je :
  
  1. Het bepaald lidwoord - le, la, l', les
  2. Het onbepaald lidwoord - un, une
  3. Het delend lidwoord - du, de la, de l', des

Delend lidwoord (Van de/Het)

Vormen van het delend lidwoord?

	man	vrouw	klinker/H
enk	du	de la	de l'
mv	des	des	des

Het delend lidwoord

bestaat niet in het Nederlands!

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord.

Bijvoorbeeld;

Ik eet chocola

Je mange du chocolat

Het lidwoord

Het delend lidwoord (du, de la, de l', des) gebruik je als het om een onbepaalde hoeveelheid gaat. Er is dan in het Nederlands geen lidwoord.

Kies de juiste vorm van het delend lidwoord

1. j'achète de la beurre
2. j'achète du beurre
3. j'achète le beurre

Welk delend lidwoord?

Je mange ........ viande.

1. de
2. d'
3. du
4. de la

Sleep het delend lidwoord naar de juiste zinnen.

Je mange ... pommes.

Elle boit ... eau minérale.

Ils achètent ... pain.

Elle a pris ... viande.

du

de la

des

de l'

6. Daar zijn ze weer, letters met oogjes. Welke delend lidwoorden horen waar? 

huile

beurre

eau

glaces

café

confiture

glace

verres

Delend lidwoord

Let op !!!

Is er sprake van een ontkenning of een hoeveelheid, dan plaats je in plaats van een delend lidwoord 'de/d'

Par example:

- Je voudrais 2 kilos de pommes.

- Je n'ai pas d'argent.

- Elle a un peu de chips.

DE/D'

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.

Je mange ... croissants.

Elle boit ... eau minérale.

Ils achètent ... pain.

Elle n'a pas ... chips.

On a peu ... argent

du

d'

de

des

de l'

Grammaire: Delend lidwoord

Je voudrais		tomates, s'il vous plaît.
Je voudrais beaucoup		oranges, s'il vous plaît.
Je voudrais 250 grammes		bonbons, s'il vous plaît.
Je prends		légumes.
Je ne veux pas		fromage.
Elle prend		salade niçoise.

de

d'

de

de la

de l'

des

des

Au travail !

Wat? Exercices 16A, B, C & D aux pages 61-63	Met wie en hoe? - Je mag in tweetallen hardop overleggen.	Hulp nodig? - Kijk op pagina 73 - Ik loop rond voor vragen.
Tijd?		Klaar? Apprenez le vocabulaire d'unité 6 (verbuga.eu/studygo)

la tâche de début

Zoek de delend lidwoorden

Welke delend lidwoorden staan er in de tekst?

je prépare des spaghettis pour ce soir. 

Tu peux aller faire des cours s'il te plaît?

Il faut des tomates, de la viande hachée, des champignons et du fromage. 

D'accord, je vais au supermarché.