This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Op reis
Mens & Natuur
1 VMBO
Periode 3
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
je
WIST
DAT...
Vrouwen (over het algemeen) langer leven dan mannen en dat dit gedeeltelijk komt doordat het immuunsysteem langzamer verouderd.
Slide 3 - Slide
www.bbc.com
Slide 4 - Link
Regels
Telefoons zijn verboden in de les! Toch gebruiken; inleveren en einde van de dag ophalen!
Geen jassen en niet eten/drinken in het lokaal!
Spullen in orde!
Als ik aan het woord ben is het stil!
Steek je vinger op!
Actieve werkhouding (geen spelletjes)
Slide 5 - Slide
Lesprogramma
Opstart
Theoriekaart 8: Afweer
Uitlegkaart 7: Afweer (eigen website)
Afsluiting
Slide 6 - Slide
Wat is het verschil tussen een oplossing en een emulsie?
A
In een emulsie zijn twee vloeistoffen gelijkmatig gemengd.
B
In een oplossing zijn stoffen gelijkmatig gemengd, in een emulsie zijn twee vloeistoffen gemengd door een derde stof.
C
Een oplossing is troebel, een emulsie is doorzichtig.
D
In een oplossing zijn stoffen ongelijkmatig gemengd.
Slide 7 - Quiz
Oplossing & Emulsie
Oplossing:
In een oplossing zijn twee stoffen gelijkmatig door elkaar gemengd.
Een oplossing is doorzichtig.
Bijvoorbeeld limonade of suiker dat oplost in water.
Emulsie:
In een emulsie zijn twee vloeistoffen pas gemengd door een derde stof, een emulgator (bijv. zeep).
Een emulsie is troebel.
Bijvoorbeeld shampoo of pindakaas.
Slide 8 - Slide
Hoe worden water en vet gemengd in een emulsie?
A
Water en vet worden gemengd door directe menging.
B
Water bindt aan hydrofiele kop en vet bindt aan hydrofobe staart.
C
Water en vet worden niet gemengd in een emulsie.
D
Water bindt aan hydrofobe staart en vet bindt aan hydrofiele kop.
Slide 9 - Quiz
Hoe werkt zeep?
Hydrofiel: Houdt van water
Water bindt aan hydrofiele kop
Hydrofoob: Bang voor water
Vet bindt aan hydrofobe staart
Slide 10 - Slide
Leerdoelen
Je benoemt de onderdelen van bloed, daarbij beschrijf je wat de functie is van plasma, witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij een wondje, als er bacteriën in de huid komen en hoe een wondje wordt dichtgemaakt (stolling en fibrinogeen).
Je verklaart wat in het lichaam gebeurt na een inenting, je beschrijft hierbij wat er in het lichaam wordt gespoten en wat de reactie van het lichaam is.
Je benoemt wat het betekent dat iemand immuun is voor een bepaalde ziekte.
Slide 11 - Slide
Immuunsysteem = leger van je lichaam
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Bloed
Rode bloedcellen: vervoeren zuurstof naar je cellen.
Witte bloedcellen: beschermen je lichaam tegen infecties door ziekteverwekkers te doden.
Bloedplaatjes: zorgen ervoor dat een wondje stopt met bloeden.
Slide 14 - Slide
Aan de slag!
Wat: Je leest de tekst 'HUID TEGEN INDRINGERS' op Theoriekaart 8: Afweer. Vervolgens maak je een striptekening over hoe de huid herstelt bij een beschadiging.
Hoe: De kaart kan je vinden op de website van Mens & Natuur. Ga naar H6 - Theoriekaart 8.
Hulp: Je werkt in twee- of drietallen of alléén
Tijd: 15 min
Klaar?: Maken opdrachten over Bloed.
timer
15:00
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Antistoffen en antigenen
Antigenen: zijn als het ware herkenningspunten aan de buitenkant van een cel (ID-kaart).
Antistoffen: zijn stoffen die vast kunnen hechten aan de antigenen en zo de ziekteverwekker onschadelijk kunnen maken.
Slide 17 - Slide
Bloed
Witte bloedcellen: beschermen je lichaam tegen infecties door ziekteverwekkers te doden.
Vreetcel: eet de ziekteverwekker op.
Antistofmaker: maken de ziekteverwekker onwerkzaam.
Geheugencellen: onthouden de antistoffen.
--> immuun
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Aan de slag!
Wat: Je leest de tekst en maakt de opdrachten van Theoriekaart 8: Afweer. Let op: je maakt tot 'Vaccin'!
Hoe: De kaart kan je vinden op de website van Mens & Natuur. Ga naar H6 - Theoriekaart 8.
Hulp: Je werkt zelfstandig; overleggen mag.
Tijd: 10 min
Uitkomst: Theoriekaart 8 (tot 'Vaccin') is af aan het einde van de les!