Specifiek rapporteren. Herhalingsles

Specifiek rapporteren
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Specifiek rapporteren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Wat weet je nog over het specifiek rapport? Doe de quiz!
  • Uitwerken casus in e-learning vakleer
  • Afsluiting les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel
Je kunt een casus uitwerken tot een compleet specifiek rapport.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
4
5
6
7
8
avondbar
adressering
openingszinnen
beschrijving incident
beschrijving maatregelen
hervatting werkzaamheden
verwijzing naar dienstrapport
Sluitzin

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Hoe mag je een openingszin beginnen?
A
Op dinsdag 07-06-2043...
B
Op zekere dag gebeurde het dat ...
C
Op maandag 3 mei 2030...
D
Op 14 augustus 2012...

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Waar schrijf je de naam van je leidinggevende?
A
In de AVONDBAR
B
In de openingszinnen
C
In de AVONDBAR en de opening
D
In de sluitzin

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn redenen van wetenschap?
A
Ik zag, ik hoorde, ik bemerkte
B
Ik zag, ik rook, ik voelde
C
Ik bemerkte, ik constateerde
D
Wie, wat, waar, wanneer

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarom moet je de redenen van wetenschap gebruiken?
A
Daarmee beschrijf je je zintuiglijke waarneming.
B
Omdat je dan niet snel iets vergeet op te schrijven.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De 7 W's....
A
moet je allemaal vermelden in je rapport.
B
zijn een hulpmiddel om geen feiten over te slaan.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke gegevens moet je opschrijven van slachtoffers, getuigen en deskundigen?
A
Naam, adres, en woonplaats
B
Naam, adres, woonplaats, en signalement
C
Naam, adres, woonplaats en verklaringen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer moet je een zo goed mogelijk signalement geven?
A
Als er iemand gewond is
B
Als er een verdachte is aangehouden
C
Als er een verdachte is weggevlucht
D
Altijd als er sprake is van een verdachte

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke gegevens moet je opschrijven als de politie ter plaatse is geweest?
A
Hoe laat ze arriveerden en vertrokken
B
Wat hun namen waren
C
Welke info je met hen hebt uitgewisseld
D
Al deze dingen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Als er sprake is van een ongeval...
A
moet je altijd de schade beschrijven.
B
hoef je de schade niet te beschrijven, want dat doet de politie.
C
hoef je de schade niet te beschrijven, want dat doet de verzekering.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin is het beste?
A
De bestuurder zag de vrouw over het hoofd en reed haar aan.
B
De bestuurder reed de vrouw aan.
C
De bestuurder reed de vrouw opzettelijk aan.
D
Ik zag dat de bestuurder de vrouw aanreed.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een juiste formulering van de sluitzin?
A
Dit rapport is opgemaakt, gesloten en ondertekend ...
B
Dit rapport is naar waarheid opgemaakt en ondertekend...
C
Dit rapport is opgemaakt en ondertekend...

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je nu doen?
  • In de e-learning van vakleer staan 3 opdrachten voor rapporteren klaar: 8, 9 en 10
  • Je mag ze zelf nakijken, je mag het ook aan de docent vragen 
  • Let op: de sluitzin moet anders.

Je mag ook kiezen voor examenvoorbereiding CE (overleg even)

Slide 16 - Slide

Dit zijn opdrachten met filmpjes. Ze hoeven natuurlijk niet allemaal tegelijk af!
Wat vind je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

This item has no instructions

Hoe heb je zelf gewerkt deze les?
Goed.
Kan eigenlijk beter.
Moet veel beter.

Slide 18 - Poll

This item has no instructions


A

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


A

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


A

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions