Herhalingsles thema 8 ??

Herhalingsles thema 8
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalingsles thema 8

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Herhalen en oefenen

Slide 2 - Slide

Recht of plicht?

Vrije meningsuiting
A
Recht
B
Plicht

Slide 3 - Quiz

recht of plicht?

Stemmen is een...
A
recht
B
plicht

Slide 4 - Quiz

Recht of plicht?

Getuigen voor de rechtbank
A
Recht
B
Plicht

Slide 5 - Quiz

Recht of plicht?

Belasting betalen
A
Recht
B
Plicht

Slide 6 - Quiz

Er zijn meer rechten dan plichten.
A
Dictatuur
B
Democratie

Slide 7 - Quiz

Je mening geven is een
A
recht
B
plicht

Slide 8 - Quiz

Een oorzaak van de Franse Revolutie was:
A
Er heerste honger door mislukte oogsten
B
Koning & koningin gaven veel te veel geld uit.
C
Het volk wilde algemeen kiesrecht
D
Het volk wilde vrijheid van meningsuiting

Slide 9 - Quiz


Wat is geen politieke partij
A
FNP
B
CDA
C
SGP
D
PVDA

Slide 10 - Quiz

Wat is een standenmaatschappij?
A
Iedereen in de samenleving is gelijk
B
De maatschappij is ingedeeld in groepen
C
Er waren verschillende groepen op gebied van werk
D
Er waren verschillende groepen met elk zijn eigen plaats en taak

Slide 11 - Quiz

Wat is een politieke partij?
A
Een groep mensen die overal op tegen is.
B
Een groep mensen die de baas willen zijn over ons land
C
Een groep mensen met dezelfde ideeën.
D
Een groep mensen die graag belangrijk willen zijn.

Slide 12 - Quiz

Wie was er koning tijdens de Franse Revolutie?
A
koning Lodewijk de XX (twintigste)
B
koning Lodewijk de XVI (zestiende)
C
koning Lodewijk de XXI (twaalfde)
D
koning Lodewijk de VI (zesde)

Slide 13 - Quiz

Welke organisatie is niet een mensenrechtenorganisatie?
A
De Verenigde Naties
B
Human Rights Watsch
C
Amnesty International
D
War Child

Slide 14 - Quiz

Wie ging na de revolutie Frankrijk regeren?
A
Lodewijk de veertiende
B
Napoleon
C
Lodewijk de zestiende
D
Willem V

Slide 15 - Quiz

Wat was géén oorzaak voor de uitbraak van de Franse Revolutie.
A
Dure prijzen voor voedsel
B
Belasting betaling
C
Lodewijk XVI (de zestiende)
D
Standenmaatschappij

Slide 16 - Quiz

Wat is de Grondwet?
A
Wet over het gebruik grond
B
Wet met alle rechten en plichten van iedereen
C
Wet over bodemgebruik
D
Wet voor nieuwe wetten

Slide 17 - Quiz

Onze huidige grondwet is gebaseerd op de grondwet van
A
1815
B
1848
C
1919
D
1983

Slide 18 - Quiz

Wat is persvrijheid?
A
dat je alles mag persen
B
dat je vrij bent om te schrijven wat je wilt
C
dat de Perzen vrij zijn

Slide 19 - Quiz

In een dictatuur:


A
heeft vaak het leger de macht.
B
is altijd een koning(in) aan de macht.
C
hebben burgers veel rechten.
D
zijn vaak verkiezingen.

Slide 20 - Quiz

revolutie
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 21 - Quiz

De politiek is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt de volksvertegenwoordiging gekozen?
A
Door de regering
B
Door de burgemeester
C
Door de burgers
D
Door de gemeente

Slide 22 - Quiz

In een dictatuur...
A
Hebben de mensen kiesrecht
B
Is er één iemand aan de macht

Slide 23 - Quiz

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert

Slide 24 - Quiz

Wat zijn grondrechten?
A
Grondrechten zijn rechten die alle Nederlanders hebben.
B
Grondrechten zijn rechten van een aantal Nederlanders.

Slide 25 - Quiz

De grondwet uit 1848 is de tweede grondwet
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Wat is propaganda?
A
Politieke reclame
B
Politieke steun
C
Politieke tegenstand
D
Politieke opstand

Slide 27 - Quiz

wat is absolutisme
A
Iedereen heeft macht
B
Alleen de regenten hebben macht
C
De koning heeft alle macht

Slide 28 - Quiz

Frankrijk was voor de revolutie een monarchie en werd na de revolutie een republiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

De eed in de kaatsbaan is bekend als
A
een leuk spel tijdens de Franse revolutie
B
de derde stand die een grondwet wilde
C
het moment van het bestormen van de Bastille
D
opstand van het Parijse volk

Slide 30 - Quiz

wat is een monarchie?
A
president de baas
B
alle burgers de baas
C
koning de baas
D
niemand de baas

Slide 31 - Quiz

3. De maker van de nieuwe Grondwet (1848) heette Montesquieu
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Wat is slavernij?
A
Als mensen eigendom zijn van iemand anders
B
Als één heerser over volk heerst
C
Als een persoon werkt tegen een klein loon

Slide 33 - Quiz

Wie waren tegen kinderarbeid?
A
Eigenaren van de fabriek
B
kinderen zelf
C
ouders van kinderen
D
politici die er regels tegen maakten

Slide 34 - Quiz

Wie was Napoleon?
A
Een Franse priester die voor de derde stand opkwam
B
Een Franse soldaat die wereldberoemd werd door zijn krijgskunst
C
Een Franse generaal die de macht overnam in Frankrijk en keizer werd
D
Een Franse edelman die het oneens was met de koning

Slide 35 - Quiz

Wat is algemeen kiesrecht?
A
Kiesrecht voor rijkeren.
B
Kiesrecht voor mannen.
C
Kiesrecht voor mannen en vrouwen
D
Kiesrecht voor kinderen.

Slide 36 - Quiz

Wat is kinderarbeid
A
Kinderen werkten thuis, op het veld of in de fabrieken
B
Kinderen die veel naar school moeten
C
Kinderen die nooit hoeven te werken
D
Ouders die speelgoed maken voor kinderen.

Slide 37 - Quiz