oefenopgaven

We gaan oefenen!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

We gaan oefenen!

Slide 1 - Slide

Bijenbaard
In sommige landen kun je meedoen met een bijenbaardcompetitie. Je hangt dan een klein kooitje met de bijenkoningin erin aan je kin en gaat in de buurt van een zwerm bijen staan. Na enige tijd is je lichaam bedekt met bijen. Wie het meeste gewicht aan bijen op zijn lichaam heeft, wint.
Meestal zijn het ervaren imkers die meedoen. Deze imkers zijn al heel wat keren door een bij gestoken. Zij hebben een gedeeltelijke immuniteit tegen de antigenen in bijengif opgebouwd. Hun lichaam reageert dan niet zo heftig op een bijensteek.

Slide 2 - Slide

Imkers die veelvuldig zijn gestoken door bijen ontwikkelen gedeeltelijke immuniteit tegen het bijengif.
Bij deze imkers is sprake van gedeeltelijke

A
natuurlijke immuniteit
B
kunstmatige immuniteit
C
passief immuniteit

Slide 3 - Quiz

2. Een imker houdt pas een maand bijen. Een andere imker houdt al twaalf jaar bijen.
De meeste antistoffen tegen bijengif in het bloed verwacht je bij de
A
ervaren imker
B
onervaren imker

Slide 4 - Quiz

3Een imker heeft tien jaar bijen gehouden. In die tien jaren is hij vaak gestoken door bijen. De imker is op 8 mei 2017 een jaar gestopt met bijen houden en is in dat jaar ook niet meer gestoken door een bij.
In het bloed van de imker kunnen op 8 mei 2017 nog
...............................aanwezig zijn.
A
bijengif antigenen
B
bijengif antistoffen

Slide 5 - Quiz

Voorafgaand aan een niertransplantatie wordt bepaald of de bloedgroepen van ontvanger en donor bij elkaar passen. Dit is het geval als de ontvanger geen antistoffen maakt tegen de rode bloedcellen van de donor. Ada komt in aanmerking voor een niertransplantatie. Van drie personen is een donornier beschikbaar (zie de tabel).
De bloedgroep van Ada is A resuspositief.

Welke nier is of welke nieren zijn geschikt als donornier voor Ada gelet op de bloedgroepen?


A
alleen Gerard
B
Gerard en Ingrid
C
Ingrid en Jan
D
Gerard en Jan

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er als je iemand met bloedgroep A bloed geeft met bloedgroep B?

Slide 7 - Open question

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben geen antigenen
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 8 - Quiz

Kun je bloedplasma van iemand met bloedgroep A geven aan iemand met bloedgroep B?

Slide 9 - Open question

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben geen antistoffen
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 10 - Quiz

Van welke bloedgroep(en) kun je bloed toedienen aan een patiënt met bloedgroep O?

Slide 11 - Open question

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben antigeen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 12 - Quiz

Welke bloedgroep heeft Tim?

Slide 13 - Open question

Welke bloedgroep gaat het hier om?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep 0

Slide 14 - Quiz