Wel of niet vliegen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

Wel of niet vliegen

Cursus 1 - par. 6 - opdr. 7

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. vakantie
2. vliegen
3. vliegschaamte
4. vliegtaks

Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding?

1. alinea 1
2. alinea 1 en 2
3. alinea 1, 2 en 3
4. alinea 2

Op welke vraag wil 3Vraagt met het onderzoek antwoord hebben?

1. Hebben jonge mensen wel of geen last van vliegschaamte?
2. Hoe gaan jonge mensen in de toekomst in Europa op reis?
3. Zijn jonge mensen voorstander van een vliegbelasting?

In welke zin staat de hoofdzaak van de tekst? Noteer de eerste en de laatste twee woorden van de zin.

'De meeste jonge mensen vinden het prima om met het vliegtuig naar hun bestemming af te reizen en kennen nauwelijks vliegschaamte.'
Dit is de hoofdzaak van de tekst. Is het een feit of een mening?

1. feit
2. mening

'De meeste jonge mensen vinden het prima om met het vliegtuig naar hun bestemming af te reizen en kennen nauwelijks vliegschaamte.'
Dit is de hoofdzaak van de tekst en het is een feit. Waarom is het een feit?

Het is een feit, want de informatie is controleerbaar door bijvoorbeeld onderzoeksgegevens (enquête).

Na de inleiding wordt in de rest van de tekst vooral de keuze van jongeren ...

1. beoordeeld
2. toegelicht
3. voorspeld

Na de inleiding wordt in de rest van de tekst vooral de keuze van jongeren toegelicht en worden enkele ... van hen letterlijk weergegeven.

1. gevoelens
2. meningen
3. voorstellen

Lees alinea 3 tot en met 6 opnieuw. Wat is een belangrijk argument voor jongeren om met het vliegtuig te reizen, ook al is dat slecht voor het milieu?

1. het is qua prijs en reistijd het beste vervoermiddel
2. ze missen een alternatief om op een snelle en betaalbare manier te reizen
3. ze vliegen niet zo vaak en af en toe vliegen is niet erg
4. de industrie is vervuilender dan vliegtuigen

antwoord a is door een enkele deelnemer genoemd.

Bij antwoord b staat dat veel jonge mensen zich hierin kunnen vinden. En dat ze vooral een alternatief missen.

Antwoord c wordt door sommige jongeren genoemd.

Antwoord d is niet fout, maar antwoord b is beter.

Leg uit hoe de schrijver van deze tekst je heeft geholpen om snel te weten te komen wat de belangrijkste redenen zijn om te vliegen.

dat kun je zien aan het eerste tussenkopje: sneller, goedkoper, makkelijker

Welk tussenkopje past het best bij alinea 13?

1. 7 euro extra bij het kopen van een vliegticket
2. reisalternatieven
3. vliegtaks
4. vliegticket

Wat leerde je van deze tekst? Neem over en vul aan: Ik leerde van deze tekst...