Tekst en schrijfdoel (in)formeel

Doel tekst + stijl
Tekstdoelen - schrijfdoelen
Informeel of formeel


1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doel tekst + stijl
Tekstdoelen - schrijfdoelen
Informeel of formeel


Slide 1 - Slide

Huisdier?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Waarvoor heb tekst-schrijfdoel & (in)formeel nodig?


CE lezen & luisteren en schrijven

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Doel:
recept
A
instrueren
B
informeren
C
overtuigen

Slide 6 - Quiz

Doel:

nieuwsbericht
A
instrueren
B
informeren
C
overtuigen

Slide 7 - Quiz

informeren

Slide 8 - Slide

Tekstdoel: Amuseren

Slide 9 - Slide

Instrueren

Slide 10 - Slide

Informeren
Overtuigen 

Slide 11 - Slide


A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 12 - Quiz


A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 13 - Quiz

overtuigen
informeren
amuseren
instrueren

Slide 14 - Drag question


A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen

Slide 15 - Quiz


A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen

Slide 16 - Quiz

Advertentie
Recept
Nieuwsbericht
Instrueren
Informeren
Overtuigen

Slide 17 - Drag question

Formeel of informeel?

Slide 18 - Slide

Voorbeeld formeel

Slide 19 - Slide

Formeel versus informeel

Slide 20 - Slide

Groetjes!
A
Formeel
B
Informeel

Slide 21 - Quiz

Zakelijk
Hi Jan!
Geachte meneer/mevrouw, 
Spreektaal
Met vriendelijke groet,
Groetjes!
Hoe gaat ie?
Liefs, 
Hopelijk hoor ik snel van u, 
Informeel
Formeel

Slide 22 - Drag question

Artikel (over je opleiding voor vmbo-leerlingen)
Brief over klacht van een vakantie
informeel
formeel
overtuigen
Informeren

Slide 23 - Drag question

Schrijfdoel en (in)formeel
Oefenen boek bladzijde 200-204

Slide 24 - Slide