Beschouwing

lesdoel
  • Je kunt een beschouwing herkennen.
  • Je kunt het verschil tussen een betoog en een beschouwing benoemen.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

lesdoel
  • Je kunt een beschouwing herkennen.
  • Je kunt het verschil tussen een betoog en een beschouwing benoemen.

Slide 1 - Slide

Beschouwing
tekstdoel:   lezer aan het denken zetten / eigen mening  laten                              vormen  (opiniëren)
inhoud:        feiten en verschillende meningen                                
                        meerdere gezichtspunten/ voor- en nadelen 

kenmerk:    neutraal    
                        (geen duidelijke mening van de schrijver)

Slide 2 - Slide

Kenmerken beschouwing
  • Een beschouwing biedt verschillende visies ter overweging aan.
  • Een beschouwing laat de lezer nadenken.
  • Een beschouwing heeft een centrale vraag waar meerdere antwoorden op gegeven worden.
  • Een beschouwing is overwegend objectief.
  • Een beschouwing is genuanceerd.
  • De stijl van een beschouwing is zakelijk.

Slide 3 - Slide

Welke is onpartijdig?
A
betoog
B
beschouwing

Slide 4 - Quiz

Welke bevat een stelling?
A
betoog
B
beschouwing

Slide 5 - Quiz

Een tekst waarvan het doel is de lezer kennis te laten maken met verschillende meningen, zodat de lezer ten slotte zijn eigen mening kan vormen.
Een tekst die bedoeld is om mensen te overtuigen.
Een tekst met als doel de lezer te informeren over een onderwerp.  Gebaseerd op feiten en objectief.
Een tekst die wordt gepresenteerd als een informatief of instruerend.
Betoog
Instructie
Beschouwing
Uiteen-zetting

Slide 6 - Drag question

Het onderwerp
Een aandachttrekker
De vraag- of probleemstelling
De inleiding start altijd met  ...
Vervolgens wordt ... geïntroduceerd.
Bij een beschouwing wordt daarnaast altijd ... genoemd.

Slide 7 - Drag question

Cartoon
Recensie
Nieuwsbericht
Verkiezings-
affiche
Column
Spotprent. Een humoristische tekening, soms met kritiek op actualiteit.
Beoordeling, kritische beschouwing van een boek, voorstelling, film enz. in een dagblad of tijdschrift
Bericht over iets actueels
Een soort reclamefolder voor een politieke partij. Daarin worden hun standpunten vermeld en met zo'n affiche proberen te kiezers voor zich te winnen.
Regelmatige bijdrage aan een krant, tijdschrift of site met een bijzondere eigen inhoud. Vrijwel elke krant heeft wel een columnist in dienst.

Slide 8 - Drag question

Noteer 3 kenmerken van een beschouwing.

Slide 9 - Open question

Wat is het hoofddoel van een beschouwing?

Slide 10 - Open question

Noem een verschil tussen een betoog en een beschouwing.

Slide 11 - Open question

Tekstsoort?
A
betoog
B
uiteenzetting
C
beschouwing
D
informerende tekst

Slide 12 - Quiz

Welk weerlegt tegenargumenten?
A
betoog
B
beschouwing
C
uiteenzetting
D
column

Slide 13 - Quiz

Dit is een zakelijke, objectieve tekst.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 14 - Quiz

Welk tekstdoel heeft een beschouwing?
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
activeren

Slide 15 - Quiz

Bij welk antwoord staan de juiste schrijfdoelen aan de juiste tekstsoort gekoppeld?
A
informeren - uiteenzetting overtuigen - beschouwing
B
informeren - uiteenzetting overtuigen - betoog
C
opiniëren - betoog overtuigen - beschouwing
D
opiniëren - beschouwing overtuigen - uiteenzetting

Slide 16 - Quiz

Een beschouwing heeft als structuur NOOIT een
A
Probleem-oplossingsstructuur
B
Verklaringsstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
stelling-argumentenstructuur

Slide 17 - Quiz

In een beschouwing probeert de schrijver je
A
te overtuigen
B
aan het denken te zetten

Slide 18 - Quiz

Het slot van een beschouwing bevat veelal...
A
een conclusie
B
een samenvatting
C
een afweging
D
een aanbeveling

Slide 19 - Quiz

Een beschouwing is grotendeels...
A
subjectief
B
objectief

Slide 20 - Quiz

Net als in een betoog staat in een beschouwing een ......
A
uitleg
B
mening
C
drogreden
D
feit

Slide 21 - Quiz

Een stelling staat in de inleiding van een:
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 22 - Quiz

De volgende tekststructuur is geschikt voor een beschouwing
A
voor- en nadelenstructuur
B
argumentenstructuur
C
aspectenstructuur
D
oorzaak-gevolgstructuur

Slide 23 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van een beschouwing?
A
De hoofdvraag
B
Het antwoord op de hoofdvraag
C
Het standpunt
D
De afweging

Slide 24 - Quiz

Wat ga je vinden in de kern van een beschouwing?
A
meningen
B
feiten
C
mening van de schrijver
D
drogredenen

Slide 25 - Quiz

Hoofdgedachte: "Over het Twittergedrag van de Amerikaanse president lopen de meningen uiteen."
Van welke tekstsoort is hier sprake?
A
Uiteenzetting
B
Betoog
C
Beschouwing

Slide 26 - Quiz