7.4 De nauwkeurigheid van een betrouwbaarheidsinterval
Maak 53
timer
5:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 10 slides, with text slides.
Items in this lesson
Maak 53
timer
5:00
Slide 1 - Slide
De nauwkeurigheid van een betrouwbaarheidsinterval (2 aspecten)
Het eerste aspect is de betrouwbaarheid: we nemen een marge van twee standaardafwijkingen op de uitkomst van de steekproef zodat in 95% van de gevallen de populatieproportie of het populatiegemiddelde in het interval ligt.
Neem je meer dan twee standaardafwijkingen marge, dan is het interval meer dan 95% betrouwbaar.
Meer marge geeft zo meer betrouwbaarheid
Slide 2 - Slide
De nauwkeurigheid van een betrouwbaarheidsinterval (2 aspecten)
Het tweede aspect is de nauwkeurigheid: we willen zo precies mogelijk weergeven waar de populatieproportie of het populatiegemiddelde ligt.
Stel dat een winkel met 95% zekerheid weet dat de proportie tevreden klanten tussen 0,1 en 0,9 ligt, dan geeft dit maar weinig informatie: het is niet nauwkeurig.
Je kunt het betrouwbaarheidsinterval nauwkeuriger maken door minder marge te nemen.
Minder marge geeft zo meer nauwkeurigheid
Slide 3 - Slide
De nauwkeurigheid van een betrouwbaarheidsinterval (2 aspecten)
De aspecten betrouwbaarheid en nauwkeurigheid zijn tegengesteld.
Meer marge geeft een breder interval en dus meer betrouwbaarheid.
Minder marge geeft een smaller interval en dus meer nauwkeurigheid.
De oplossing voor dit probleem zag je in opgave 53 waar grotere steekproeven nauwkeurigere resultaten opleverden, die nog steeds in 95% van de gevallen betrouwbaar zijn.
Dit kun je zien aan de formule voor de breedte van een betrouwbaarheidsinterval.
Slide 4 - Slide
De nauwkeurigheid van een betrouwbaarheidsinterval (2 aspecten)
Wanneer je het interval [0,55;0,85] in deze notatie schrijft, krijg je 0,7 +- 0,15.
Het voordeel van deze notatie is dat de steekproportie of het steekproefgemiddelde direct af te lezen is ( in dit geval 0,7).
Het nadeel is dat de grenzen niet direct af te lezen zijn.
Slide 5 - Slide
De nauwkeurigheid van een betrouwbaarheidsinterval (2 aspecten)
Doordat in beide formules de steekproefomvang n in de noemer van de breuk staat, zorgt een grotere waarde van n voor een kleinere breedte van het betrouwbaarheidsinterval.
De uitkomst is dan nauwkeuriger, maar nog steeds in 95% van de gevallen betrouwbaar.
Een grotere steekproef geeft een smallere 95%-betrouwbaarheidsinterval en dus meer nauwkeurigheid.
Slide 6 - Slide
Voorbeeld
Een ondernemer overweegt een koffiezaak te openen in het centrum van 's-Hertogenbosch.
Hij wil onderzoeken hoeveel koffie de klanten van koffiezaken in 's-Hertogenbosch dagelijks gemiddeld drinken.
Bij de onderzoeksresultaten zal een 95%-betrouwbaarheidsinterval worden opgesteld met een maximale breedte van 50 mL.
Onderzoek of minimaal 100, 200 of 300 mensen onderzocht moeten worden.
Ga bij je berekening uit van S = 205 mL.
Slide 7 - Slide
Voorbeeld
Aanpak
Gebruik de formule voor de breedte van het 95%-betrouwbaarheidsinterval bij de verschillende waarden van n om na te gaan wanneer de breedte voor het eerst kleiner dan 50 mL is.
uitwerking
4*(205/wortel100) = 82 mL, 4*(205/wortel200) ong 58 mL en 4*(205/wortel300) ong 47 mL
Er moeten dus minimaal 300 mensen onderzocht worden.