2h wk 15 Gram bijvoeglijk bepaling

Welkom 2h
Aan het einde van deze les:
-  Weet je wat een bijvoeglijke bepaling is en kun je de bijvoeglijke bepalingen in zinnen herkennen.
- Weet je hoe je de bijvoeglijke bepalingen moet noteren.


1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 2h
Aan het einde van deze les:
-  Weet je wat een bijvoeglijke bepaling is en kun je de bijvoeglijke bepalingen in zinnen herkennen.
- Weet je hoe je de bijvoeglijke bepalingen moet noteren.


Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Vooruitblik: Grammatica deel 2
  • Uitleg Bijvoeglijke bepaling
  • Oefenen 
  • Afronden 




Slide 2 - Slide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Gezegde (WG of NG)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
- Voorzetselvoorwerp
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling (bvb)


Zinsdelen
Zinsdeelstuk

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Je weet dat een zinsdeelstuk een deel is van een zinsdeel.
- Je weet dat zinsdelen een 'kern' hebben.
- Je weet dat een bijvoeglijke bepaling extra informatie geeft over een zelfstandig naamwoord.




Slide 4 - Slide

Ontleed de zin (en zet strepen).
Het nieuwe museum werd door de Dordtse burgemeester geopend.

PV = 
OW = 
WG of NG =
LV = 
MV = 
BWB =



Slide 5 - Slide

Vb. 1 bijvoeglijke bepaling (bvb)
Het nieuwe museum | werd | door de Dordtse burgemeester | geopend.
                 Ow                       pv/wg                              bijw bep                             wg


Wat zijn de kernen (belangrijkste zelfstandig nmw) van de zinsdelen? 




Slide 6 - Slide

Vb. 1 bijvoeglijke bepaling (bvb)
Het nieuwe museum | werd | door de Dordtse burgemeester | geopend.
                 Ow                       pv/wg                              bijw bep                             wg


Zijn er woorden die iets over die kernen zeggen?




Slide 7 - Slide

Vb. 1 bijvoeglijke bepaling (bvb)
Het nieuwe museum | werd | door de Dordtse burgemeester | geopend.
                 Ow                       pv/wg                              bijw bep                             wg


Zijn er woorden die iets over die kernen zeggen?




Slide 8 - Slide

Vb. 1 bijvoeglijke bepaling (bvb)
Het nieuwe museum | werd | door de Dordtse burgemeester | geopend.


nieuwe = bijv.bepmuseum (=de kern van het zinsdeel)
Dordtse = bijv.bepburgemeester (=de kern van het zinsdeel)

Slide 9 - Slide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het belangrijkste zelfstandig naamwoord in een zinsdeel (= de KERN).
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?


Slide 10 - Slide

Vb. 2 bijvoeglijke bepaling (bvb)
De slimme jongen is lid geworden bij de beste voetbalclub van ons dorp.


Ontleed de zin / verdeel in zinsdelen
Onderstreep de kernen van de zinsdelen
Omcirkel de bijvoeglijke bepalingen, over welk woord zeggen ze iets?

Slide 11 - Slide

Vb. 2 bijvoeglijke bepaling (bvb)
De slimme jongen | is | lid | geworden | bij de beste voetbalclub van ons dorp.

slimme = bijv.bep > jongen 
beste = bijv.bep >  voetbalclub 
van ons dorp = bijv.bep >  voetbalclub 

Slide 12 - Slide

bijv.bep. kort samengevat:
Een bijv.bep. zegt iets over het belangrijkste ZELFSTANDIGE NAAMWOORD van een zinsdeel = de kern (het belangrijkste ZN van het zinsdeel)
Je noteert de bijvoeglijke bepalingen voor het zn zonder lidwoorden, maar erachter vaak met voorzetsels en evt lidwoorden én je noteert erachter bij welk zelfstandig naamwoord de bepaling hoort:
De lelijke hond van de buren kon niet stoppen met blaffen.
lelijke -> hond
van de buren ->  hond

Slide 13 - Slide

Wat is waar over de bijvoeglijke bepaling? Kies de goede antwoorden.

Een bijvoeglijke bepaling...
A
is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
is altijd een zinsdeel.
D
hoort bij de woordsoorten en niet bij de zinsdelen.

Slide 14 - Quiz

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
Hij heeft de post van mijn oma vernietigd.
A
de post
B
post
C
van mijn oma
D
oma

Slide 15 - Quiz

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
Hij maakt de blauwe brieven van de Belastingdienst nooit open.
A
de brieven
B
de blauwe brieven
C
van de belastingdienst
D
blauwe + van de belastingdienst

Slide 16 - Quiz

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De ijsblauwe zee in Noorwegen is bevroren.
A
'IJsblauwe' en 'in Noorwegen'
B
Bevroren
C
'IJsblauwe'
D
'In Noorwegen'

Slide 17 - Quiz

Wat is een bijvoeglijke bepaling?
Ze speelt op de beste gitaar van Nederland.
A
beste
B
van Nederland
C
beste, van Nederland
D
de beste, van Nederland

Slide 18 - Quiz

In hoeverre heb je vertrouwen dat je nu de opdrachten zelfstandig goed kunt maken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Aan de slag - Cursus 5 - par 7
Wat:  Paragraaf 7: Bijvoeglijke bepaling: opdr 1 en 2
Hoe: Zelfstandig
Nodig: boek en schrift
Tijd: 10 min zelfstandig
Hulp: docent 
Geluid: stilte
Klaar: Ga door met 3 en 4
Na 10 minuten bespreken we de opdrachten.
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 21 - Mind map

Heb je nog een vraag over deze les?

Slide 22 - Mind map

Afronden
Aan het einde van deze les:
- Weet je wat een bijvoeglijke bepaling is en kun je de bijvoeglijke bepalingen in zinnen herkennen.
- Weet je hoe je de bijvoeglijke bepalingen moet noteren.

Huiswerk:
Maak opdracht 1 tm 5 af van par. 7 Bijvoeglijke bepaling.

Slide 23 - Slide