Kenneth vindt het moeilijk om nee te zeggen als er een joint rondgaat in de groep jongeren waarmee hij optrekt. Hij vindt zichzelf een spelbreker. Het lukt hem met periodes om niet te blowen, maar telkens als hij bij zijn vrienden is gaat het mis. Hij denkt dat zijn vrienden hem een watje vinden als hij nee zegt. De vraag is of dat ook echt zo is. Misschien vinden ze het juist wel stoer als hij de joint weigert omdat hij dat wil. En als ze hem wel een watje vinden, zijn het dan wel echte vrienden? Jij als MZ’er komt hen in gesprek en wil met hem zijn gedrag bespreken, vooral omdat je ziet dat hij bij zijn vrienden een ander persoon is dan hij bij jou bij de dagactiviteit is.