Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 19 min

Items in this lesson

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Das ist (mijn)..... Schwester.

Slide 3 - Open question

Ist das (jullie)..... Vater?

Slide 4 - Open question

(Uw).....Haus(o) ist sehr schön.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Ich mag (jou).....

Slide 7 - Open question

(Jij)..... bist freundlich.

Slide 8 - Open question

Ich gebe (hem)..... das Geschenk.

Slide 9 - Open question

Wir mögen (hen).....

Slide 10 - Open question

Ich habe (mij)..... wehgetan.

Slide 11 - Open question

Persoonlijk of bezittelijk?

Slide 12 - Slide

Was machen (Sie/Ihr)?
A
Sie
B
Ihr

Slide 13 - Quiz

Sind das (dich/deine) Schlüssel?
A
dich
B
deine

Slide 14 - Quiz

Ich lerne mit (sie/ihrem) Vater.
A
sie
B
ihrem

Slide 15 - Quiz

Leanne und Lino, ist das (ihr/eure) Lehrerin?
A
ihr
B
eure

Slide 16 - Quiz

Vat samen wat je deze LessonUp geleerd hebt.

Slide 17 - Open question