Les 1 V6 week 5 literatuur

Planning
Lezen
Herhaling literaire begrippen vorige les
Mindmaps maken
Uitleg literaire begrippen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
Lezen
Herhaling literaire begrippen vorige les
Mindmaps maken
Uitleg literaire begrippen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Mind My Mind

Slide 2 - Slide

Introductie

Leerdoelen:
  • De leerling/student leert over het construeren van personages.  
  • De leerling/student leert over verschillende soorten animatie en animeren.
  • De leerling/student is zich ervan bewust dat de filmmaker door onder meer het gebruik van kleur de blik van de kijker kan beïnvloeden.
  • De leerling/student leert over soorten geluid en het creëren van geluiden voor een animatiefilm.

Werkwijze:
  • Van de film Mind My Mind (2019, 30 min., Floor Adams) bekijk je met de klas een kort fragment. Hierbij worden vragen gesteld over het narratief (op welke manier de inhoud verteld wordt), de filmische vormgeving en de context.
  • Dit lesmateriaal is ontwikkeld ter ondersteuning bij de film Mind My Mind. De les kan voorafgaand aan het bekijken van de film worden gehouden.
  • Nadat de klas de hele film heeft gezien, kunnen de vragen nogmaals worden behandeld. Verschillen de antwoorden?
  • Deze opdrachten zijn geschikt voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en mbo-opleidingen. De opdrachten zijn voor het voortgezet onderwijs en mbo-opleidingen hetzelfde en kenmerken zich door natuurlijke differentiatie. Dit houdt in dat leerlingen/studenten op eigen niveau (onderdelen van) het probleem kunnen oplossen. Bij overleg zal discussie vaak noodzakelijk zijn.
  • Er kan worden gekozen voor verschillende werkvormen: individueel, in groepjes of klassikaal.
  • Deze les duurt in totaal 1 uur exclusief de film en nabespreking of extra lessen.
  • Deze les kan geprint worden, inclusief de notities per dia, door op de print knop te drukken rechtsboven in het scherm.
NB: Ons advies is om bij deze les niet te werken met 'devices in de klas'. Je kunt dit uitzetten door het vinkje onderin het scherm van de lespresentatie te deactiveren.
Je gaat nu naar
fragment 1 kijken >
Bekijk het fragment en omschrijf alle personages die je ziet.
introductie personages
In de eerste scène van een film worden vaak belangrijke personages geïntroduceerd en wordt de setting van de film duidelijk. 
Let op uiterlijkheden (leeftijd, kleding, spraak), karakter (gedrag, karaktereigenschappen) en achtergrond (familie, vrienden, interesses). 

Slide 3 - Slide

Bekijk fragment 1
In het volgende fragment zie je de eerste scène uit de film Mind My Mind. In de eerste scène van een film worden vaak belangrijke personages geïntroduceerd en wordt de setting van het verhaal duidelijk. 
0

Slide 4 - Video

Fragment 1
Het naamloze figuur dat we zien heet Hans. Wat is denk je de relatie tussen Hans & Chris? Waarom denk je dat?
Wat denk je te weten over de karakters van de personages? 
Hoe heeft de filmmaker ervoor gezorgd dat jij dit denkt?
Wie is de hoofdpersoon volgens jou? Of wie zijn de hoofdpersonen? Waarom denk je dat?
Hoe zou je de verhouding tussen Tom & Chris omschrijven?

Slide 5 - Slide

Opdracht 2: Personages
Opdracht bij een specifiek fragment.

Antwoorden:
- Vraag 1, 2 en 3:
  • Naamloos figuur: leeftijd onbekend, lijkt moe, reageert geïrriteerd als hij wordt gestoord door een telefoon, raakt een beetje in paniek als hij hoort over een feestje of meisjes, lijkt een directe connectie te hebben met Chris.
  • Tom: de broer van Chris, jong, wil er goed uitzien, feestganger, sociaal, andere interesses dan zijn broer (meisjes). 
  • Chris: gek van bepaalde vliegtuigen (Duitse duikbommenwerpers), nerd, geen feestganger (niet enthousiast over het plan van zijn broer), lijkt niet zo sociaal (minder interesse in meisjes dan Tom), lijkt niet te hechten aan mode (shirt met een vliegtuig erop), lijkt een directe connectie met het naamloze figuur te hebben.  
- Vraag 4: Chris en het naamloze figuur. Je begint het verhaal bij hen. Chris blijf je als kijker volgen en over hem krijg je meeste te weten.
- Vraag 5: Broers die qua karakters erg van elkaar verschillen, maar wel goed contact hebben en samen naar een feestje gaan.
- Vraag 6: Hans en Chris zijn met elkaar verbonden. Hans leeft in het hoofd van Chris. Je zou hen dus kunnen zien als één persoon. Hans laat zien wat er in het hoofd van Chris omgaat. Als kijker krijg je door Hans letterlijk een inkijkje in het brein van Chris.

Extra informatie introductie personages:
In het begin van de film (introductie) worden vaak de belangrijkste personages geïntroduceerd en wordt de situatie waar de personages inzitten duidelijk gemaakt. In Mind My Mind worden in de eerste scènes drie personages (Chris, Hans & Tom) voorgesteld.
Welke vertelinstantie zie je in onderstaand fragment?
"Ik prop mijn mond vol zalm en reik Nummedal de blindenwandelstok. Hij loopt weg, laat de kaart vanzelfsprekend liggen om door mij te worden gedragen."
(Uit: Nooit meer slapen)
A
Personale verteller
B
Auctoriale verteller
C
Ik-verteller

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Mindmap maken
Voorbeeld: Alles wat er was

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Setting: Ruimte in een verhaal

- Een schrijver kan met een bepaalde plaats of plaatsen aangeven waar een verhaal zich afspeelt (stad, planeet, land).

- Ook kan hij ruimte beschrijven als zoals de omgeving, de natuur, kamers, gebouwen etc.

- De ruimte kan een bepaalde sfeer oproepen (bijv. spanning) of het verhaal verduidelijken.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Je ziet telkens een filmpje. De vraag die erna komt heeft betrekking op wat de functie van de ruimte is in het filmfragment.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat is de functie van de ruimte
A
De ruimte roept spanning op
B
De ruimte geeft een tijdsbeeld
C
Het verschil van normen en waarden van de hoofdpersonen verklaren.
D
De historische achtergrond verklaart de verwijdering tussen de hoofdpersoon en zijn vriend.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Wat is de functie van de ruimte
A
De ruimte roept spanning op
B
De ruimte geeft een tijdsbeeld
C
Het verschil van normen en waarden van de hoofdpersonen verklaren.
D
De historische achtergrond verklaart de verwijdering tussen de hoofdpersoon en zijn vriend.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zorgt voor het weergeven van een bepaalde sfeer? Hoe beschrijf je deze sfeer?

Voorbij de treurbeuk en naast het grindpad dat naar hun huis leidde, lag een verwaarloosd grasveld van een kwart meter hoog, dat uitkwam bij een slot en, daaraan grenzend, de autoweg. Op de dag dat hij het meisje ontmoette, hingen er rond het huis verscheidene wolken van vliegen boven het veld.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Tijd

- Chronologisch = tijdsvolgorde van a tot z

Vooruitwijzing: een mededeling over wat later gaat gebeuren

Terugwijzing: terugdenken aan iets dat eerder is gebeurd

- Niet-chronologisch = volgorde van het verhaal verloopt anders dan wanneer dit in het echt zou gebeuren

Flashback: het verhaal springt terug in de tijd

Flashforward: het verhaal springt vooruit in de tijd


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verteltempo

Je kunt de tijd van een verhaal ook beschreven als je kijkt naar hoe snel de tijd verloopt. Hierbij kijk je naar de verteltijd (= aantal bladzijdes) en vertelde tijd(= tijdsverloop tussen het begin en einde van een verhaal).


Tijd kan sneller gaan door een versnelling of tijdsprong (vaak bij onbelangrijke gebeurtenissen).

Tijd kan langzamer gaan door een vertraging (vaak bij spannende gebeurtenissen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Bij het fragment uit Ratatouille is sprake van...
A
Vertraging
B
Tijdsprong
C
Terugverwijzing
D
Flashback

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


Uit: Hex. Waar zie je in dit fragment een voorbeeld van? 
A
vertraging
B
flashback
C
flashforward
D
open plek

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Verder met mindmaps of essay

Slide 20 - Slide

This item has no instructions