H8 Allerlei verbanden

Oefenopdrachten hoofdstuk 8
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenopdrachten hoofdstuk 8

Slide 1 - Slide

Wat te doen:
- Beantwoord de volgende  vragen.

Onderwerpen:
Exponentiële groei 
Periodieke verbanden 
Machtsfuncties 

Slide 2 - Slide

Eelco heeft een bedrag van 800 euro op zijn spaarrekening staan tegen een vaste rente per jaar van 3%.
Met welke formule kun je het bedrag B berekenen wat Eelco na t jaren op zijn spaarrekening heeft staan?
A
B=8003t
B
B=1,03t+800
C
B=8001,03t
D
B=8000,03t

Slide 3 - Quiz

uitleg
Eelco heeft 800 euro op de spaarrekening.
Dit betekent dat de beginwaarde b gelijk is aan 800
Rentepercentage per jaar is 3%, dus aan het eind van elk  jaar komt er 3% bij. 
Groeifactor g: 100% + 3% =103% = 1,03

Formule voor bedrag B:   B = b x gt = 800 x 1,03t 

:

Slide 4 - Slide


Welk bedrag staat er na 7 jaar op de bankrekening van Eelco? (Bedrag invoeren zonder euroteken en geldbedragen afronden op 2 decimalen!)
B=8001,03t

Slide 5 - Open question

Uitleg
B = b x gt = 800 x 1,03t

Vraag : wat is het bedrag na 7 jaar, dus t = 7
 
B = 800 x 1,03= 800 x 1,037= 983,8990...=983,90 euro


Slide 6 - Slide

Welke exponentiële formule hoort bij de gegevens in de tabel hiernaast?

Let op: wat is de beginwaarde?
A
y=5400,85t
B
y=6350,85t
C
y=5401,18t
D
y=6351,18t

Slide 7 - Quiz

459390=0,849...
390332=0,851...
b=0,85540=635,294...
540459=0,851..
Welke formule hoort bij de gegevens in de tabel hiernaast?
De groeifactor g vind je door de hoeveelheid te delen door de hoeveelheid van één tijdstap eerder:
De beginwaarde b vind je altijd onder t = 0. Die staat niet in de tabel, maar is wel te bepalen. Om die te vinden moet je de hoeveelheid onder t = 1 delen door de groeifactor.  De hoeveelheid onder t = 0 geeft vermenigvuldigd met de groeifactor namelijk de hoeveelheid bij t = 1!
y=6350,85t
dus
dus groeifactor g = 0,85

Slide 8 - Slide

Periodieke beweging:

Slide 9 - Slide

Wat is de periode van deze periodieke beweging ?
Zie ook voorgaande dia.


A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is de evenwichtsstand van deze periodieke beweging?


A
0,5
B
2
C
3
D
5,5

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Wat is de amplitude van deze periodieke beweging?


A
2
B
2,5
C
4
D
5

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Los op en rond af op twee decimalen:

Geef waar nodig als volgt twee oplossingen --> x=-..... of x=.....
x5=720

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Los op en rond af op twee decimalen:

Geef waar nodig als volgt twee oplossingen --> x=-..... of x=.....
2x6=78

Slide 18 - Open question