Je telefoon zit in de mobieltjestas voor in de klas
Log in in Lesson-up, je krijgt 12 vragen over hoofdstuk 8
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom V3A
Ga op je plek zitten
Leg je spullen alvast voor je neer
Je telefoon zit in de mobieltjestas voor in de klas
Log in in Lesson-up, je krijgt 12 vragen over hoofdstuk 8
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Allerlei verbanden
Slide 3 - Slide
De formule hieronder is van een .............. verband.
y=ax+b
A
Recht evenredig
B
Omgekeerd evenredig
C
Lineair
D
Kwadratisch
Slide 4 - Quiz
Bij welk verband hoor de formule:
y=b⋅gt
A
lineair verband
B
machtsverband
C
evenredig verband
D
exponentieel verband
Slide 5 - Quiz
De volgende twee stellingen gaan over A: De waarde van g bepaald hoe steil de grafiek loopt en of die stijgt of daalt. B: Door de groeifactor te vermenigvuldigen met 100 kom je achter de procentuele groei.
y=b⋅gt
A
A en B zijn waar
B
A en B zijn niet waar
C
A is waar,
B is niet waar
D
A is niet waar,
B is waar
Slide 6 - Quiz
Wat is de groeifactor als er een procentuele afname is van 2,5%
A
1,025
B
0,975
C
0,75
D
1,25
Slide 7 - Quiz
Martine zet op 1 januari 2015 een bedrag van 2000 euro op een spaarrekening. De jaarlijkse rente is 2,1%.
Welke formule hoort bij het bedrag B dat na t jaar op de spaarrekening van Martine staat?
A
B=2000⋅2,1t
B
B=2000⋅102,1t
C
B=2,1⋅2000t
D
B=2000⋅1,021t
Slide 8 - Quiz
Eelco heeft een bedrag van 800 euro op zijn spaarrekening staan tegen een vaste rente per jaar van 3%. Hoeveel spaargeld heeft Eelco na 10 jaar (in hele euro's)
A
830
B
1075
C
1100
D
11000
Slide 9 - Quiz
Monique heeft 500 euro op haar spaarrekening staan tegen een vaste rente per jaar van 1,25%. Welk bedrag staat er na 7 jaar op de bankrekening van Monique? (Bedrag invoeren zonder euroteken en geldbedragen afronden op 2 decimalen!)
Slide 10 - Open question
Een bedrag van €2000,- staat tegen 3,6% rente per jaar op een spaarrekening. Bereken na hoeveel jaar het bedrag voor het eerst meer dan 3000 euro is.
A
10
B
11
C
12
D
13
Slide 11 - Quiz
Welke formule hoort bij de gegevens in de tabel hiernaast?
Tip
Je kunt dit zonder berekening
Tip: let op de beginwaarde en de richting van de verandering
A
y=6⋅1,5t
B
y=6⋅1,05t
C
y=4⋅1,5t
D
y=4⋅1,05t
Slide 12 - Quiz
Bij welk verband hoort de onderstaande tabel?
A
Lineair
B
Omgekeerd evenredig
C
Recht evenredig
D
Kwadratisch
Slide 13 - Quiz
Geeft deze tabel exponentiële groei weer?
A
ja, begingetal 5, groeifactor 10
B
Nee, de groeifactor is niet steeds zelfde
C
Ja, begingetal 5, groeifactor 3
D
Nee, tabel begint niet bij 0
Slide 14 - Quiz
Je ziet een tabel die het exponentiele verband van de afname van het aantal egels beschrijft. Bepaal de gemiddelde groeifactor. Rond af op 2 decimalen.