Economie P5 Uitleg

Les economie
Evy, Siem en Sven
35M2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les economie
Evy, Siem en Sven
35M2

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren in deze les?
Wat sparen en renteberekeningen zijn en hoe je het kan berekenen.
Wat btw (incl. en excl.) is en hoe je het kan berekenen.
Wat bruto en netto is.

Slide 2 - Slide

Lenen en rente berekenen
Sparen is het niet uitgeven van een deel van je (besteedbare) inkomen. Als je geld spaart, stel je de besteding van dat geld uit tot een later moment.
Bij sparen en lenen wordt er vaak rente ontvangen of betaald als vergoeding voor het (uit)lenen van geld. De bank geeft de spaarders een rentevergoeding om zoveel mogelijk spaargeld aan te trekken. Dat ontvangen spaargeld kan de bank vervolgens tegen een hogere rente gaan uitlenen. Zo maakt de bank winst op het spaargeld van haar klanten.

Slide 3 - Slide

De formules
Deel berekenen als percentage bekend is
Bereken 20% van €450 =
20/100 = 0,20
0,20 x 450 = € 90
Percentage van het deel berekenen
Bereken hoeveel procent €18 van €80 is
Deel/geheel * 100%
18/80 * 100% = 22,5%
Procentuele verandering
(nieuw – oud)/oud * 100
Dus als een prijs stijgt van €5 naar €8






Slide 4 - Slide

De formules
Procentuele verandering
(nieuw – oud)/oud * 100
Dus als een prijs stijgt van €5 naar €8
Dan kan je de procentuele verandering uitrekenen met
(8-5)/5 * 100 = %60
Terugrekenen
De omzet van een bedrijf is dit jaar ten opzichte van vorig jaar met 30% gestegen tot € 80.000. Hoeveel bedroeg de omzet vorig jaar?
Je weet nu dat de omzet van dit jaar 130% van de omzet van vorig jaar is ook wel €80.000
Je kan nu 100% uitrekenen: 80.000/130 x 100 = €61.538,46


Slide 5 - Slide

De formules
Procentpunt
Een procentpunt geeft het absolute verschil aan tussen hoeveelheden die in procenten zijn uitgedrukt.
Als dus het rentepercentage daalt van 8% naar 5% is het rentepercentage 2 procentpunten gedaald.



  

Slide 6 - Slide

De formules
Rente berekenen
Eindwaarde na n perioden = beginwaarde × (1 + i)n
In dit voorbeeld is de beginwaarde € 1.000.
De rente is 4%. als decimaal getal is dan 0,04. In de formule is dat i (interest). De groeifactor (1 + i) is dan 1,04. De n staat voor het aantal perioden, bijvoorbeeld jaren. De eindwaarde na drie jaar is dan met de formule te berekenen: € 1.000 × 1,043.
Aflossen
Je leent€12.000 tegen een rente van 5%
Je kan dan berekenen hoeveel rente je betaalt per jaar met dit:
12.000*(5/100) = €600 per jaar


Slide 7 - Slide

Wat is de afkorting van btw
A
Belasting van waarde
B
Belasting over de toegevoegde waarde

Slide 8 - Quiz

Btw (incl. en excl.)
Btw (belasting over de toegevoegde waarde) is de belasting die betaald wordt over de omzet van een bedrijf. Je berekent de btw in de prijs van de goederen of diensten, dus de consument betaalt de belasting.

Slide 9 - Slide

De formules
Je kunt de btw berekenen door het bedrag exclusief keer het percentage in 2 decimalen te doen, dus bijv. € 7,25 X 1,21% = € 8,77

Je kunt het bedrag inclusief btw delen door percentage in 2 decimalen te doen, dan krijg je het bedrag exclusie btw, bijv. € 8,77 : 1,21 = € 7,25 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Brutto- en nettowinst
Brutowinst:
De brutowinst op verkoop is de omzet min de inkoopwaarde van de omzet.
Nettowinst:
Als je alle kosten bij elkaar optelt en daarna de brutowinst aftrekt. Aks je de nettowinst berekend moet je nog rekening houden met belasting.

Slide 12 - Slide

Brutto- en Nettoloon
Brutoloon:
Brutoloon is het totale bedrag van je loon. Hierover heeft de werknemer al de belasting ingehouden
Nettoloon: 
Nettoloon is het bedrag dat je op je rekening ontvangt. Je werknemer geeft hierover al de belasting ingehouden.

Slide 13 - Slide

De formules
Omzet inkoopwaarde - brutowinst bedrijfskosten = nettowinst 

Slide 14 - Slide

Is het allemaal duidelijk?
Zijn er nog vragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide