H5 - Opfrissen spelling

Spelling opfrissen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Spelling opfrissen

Slide 1 - Slide


Het zal na enkele maanden wel duidelijk zijn of de baan me (bevallen) .........................................
A
bevalt
B
bevald
C
bevaldt

Slide 2 - Quiz

Goed of fout?
Max Verstappen racet als een gek.
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quiz

Max Verstappen heeft dit circuit wel tien keer (racen) ....................
A
geracet
B
geraced
C
gereest
D
geraceesd

Slide 4 - Quiz

Berghuis (passen) de bal naar De Jong.
A
paste
B
past
C
passte
D
passt

Slide 5 - Quiz

Goed of fout?: De leerlingen die vooraan stonden, lachtten om de grappen van de fotograaf
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
Linker voorband
B
linkervoorband

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
zuurstof doorlatend
B
zuurstofdoorlatend

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste spelling
A
er tegen aan
B
er tegenaan
C
ertegenaan
D
ertegen aan

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Hoe spel je de volgende woorden (meerdere antwoorden goed)
A
Spinnenweb
B
Spinnenwiel
C
Spinneweb
D
Spinnewiel

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
Dorpsstraat
B
Dorpstraat

Slide 12 - Quiz

Tenslotte
Ten slotte
Uiteindelijk
Aan het einde

Slide 13 - Drag question

Kies de juiste spelling
A
Geboortegolf
B
Geboortengolf

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
Komijnkaas
B
Komijnekaas
C
Komijnenkaas

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
Gezinsituatie
B
Gezinssituatie

Slide 16 - Quiz

Welke vormen zijn fout gespeld?
A
KPN
B
dhr.
C
w.c.
D
VWO

Slide 17 - Quiz

Welke woorden zijn fout gespeld?
A
Enquete
B
Elektricien
C
Abonné
D
gene

Slide 18 - Quiz

Welke woorden zijn fout gespeld?
A
éénpansgerecht
B
een van de beste renners
C
een en ander
D
eenzelvig

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
hier bovenop
B
hierboven op
C
hierbovenop
D
hier boven op

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
middelbareschool diploma
B
middelbare schooldiploma
C
middelbare school diploma
D
middelbareschooldiploma

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
gezondheidscentrum
B
gezondheidcentrum
C
gezondheids centrum
D
gezondheid centrum

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
Gerstenmeel
B
Gerstemeel

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstelling?
A
Douane-ambtenaar
B
Douaneambtenaar
C
Douane ambtenaar

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
partijideologie
B
partij ideologie
C
partij-ideologie

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
bloed transfusie dienst
B
bloedtransfusiedienst
C
bloedtransfusie dienst
D
bloed transfusiedienst

Slide 26 - Quiz

De beursspeculanten gingen alle/allen uit van een prijsdaling

Slide 27 - Open question

We hebben thuis drie konijnen. Deze/dezen zijn uit hetzelfde nestje

Slide 28 - Open question

De twee broers knipoogden naar me. Beide/beiden snapten heel goed wat de wethouder van plan was.

Slide 29 - Open question

De huizen hadden veel brandschade opgelopen. Van sommige/sommigen was de volledige bovenverdieping uitgebrand

Slide 30 - Open question

Enkele/enkelen gaven er al snel de brui aan en gingen naar huis.

Slide 31 - Open question

Heb je nog een vraag over samenstellingen, aaneenschrijven en/of het gebruik van woorden als alle(n), beide(n) etc.

Slide 32 - Open question