Grammar: Past Continuous (verleden tijd, langere vorm)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Ik weet het verschil tussen de past simple en past continuous en kan deze vormen maken en toepassen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
helemaal niet
Slide 2 - Quiz
Doelen van deze les:
Ik weet hoe ik een past continuous moet maken.
Ik weet wanneer ik een past continuous moet gebruiken.
Ik weet het verschil tussen een past continuous en een past simple.
Als ik in één zin een past continuous en een past simple moet gebruiken, dan weet ik wanneer ik welke moet gebruiken.
Slide 3 - Slide
Hoe maak je een past simple?
Slide 4 - Open question
Wanneer gebruik je een past simple?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Video
Past continuous
Voorbeeldzinnen:
She was playing my guitar, when the accident happened.
I was doing my homework, when the accident happened.
Hoe maak je een past continuous?
Slide 7 - Slide
Past continuous maken
was
of + ww + ing
were
He was cleaning the house.
Slide 8 - Slide
Bij welke personen gebruik je 'was' en bij welke personen gebruik je 'were'?
Slide 9 - Open question
static.digischool.nl
Slide 10 - Link
Past simple or Past continuous?
I was having a shower.
A
Past simple
B
Past continuous
Slide 11 - Quiz
Was Andrew playing computer games?
A
Past continuous
B
Past simple
Slide 12 - Quiz
We sang that song yesterday.
A
Past simple
B
Past continuous
Slide 13 - Quiz
Past continuous gebruiken
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is. Voorbeeld: Yesterday afternoon I was taking a nap.
Slide 14 - Slide
Past continuous gebruiken
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is. Voorbeeld: Yesterday afternoon I was taking a nap.
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is (past continuous -> lange handeling) en op een bepaald moment door een andere handeling wordt onderbroken (past simple -> korte handeling). Voorbeeld: I was painting the ceiling when you called me.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Past continuous gebruiken
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is. Voorbeeld: Yesterday afternoon I was taking a nap.
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is (past continuous -> lange handeling) en op een bepaald moment door een andere handeling wordt onderbroken (past simple -> korte handeling). Voorbeeld: I was painting the ceiling when you called me.
- Als twee handelingen tegelijk aan de gang zijn.
Voorbeeld: While I was cooking, I waslistening to the radio.
Slide 17 - Slide
Past continuous en past simple
Past continuous = tijdje aan de gang (lang)
Past simple = iets gebeurde (kort)
Slide 18 - Slide
Past continuous vs Past simple
when + past simple, while + past continuous
We were baking a pie, when Jim arrived.
While we werebaking a pie, Jim arrived.
Als je in deze zin 2x een past simple zou gebruiken, dan geef je aan dat de handelingen na elkaar gebeuren:
We baked a pie and (then) Jim arrived.
Slide 19 - Slide
We _____ (watch) TV when we _____ (hear) a loud noise.
A
were watching - heared
B
was watching - heared
C
were watching - heard
D
was watching - heard
Slide 20 - Quiz
Last year I _____ (visit) Paris and Rome.
A
was visiting
B
visited
C
were visiting
D
visitted
Slide 21 - Quiz
He ____ (work) in the garden when he _____ (find) the money.
A
were working - finded
B
worked - was finding
C
was finding - works
D
was working - found
Slide 22 - Quiz
Dus..., hoe maak je de past continuous?
Slide 23 - Open question
Wanneer gebruik je de past continuous?
Slide 24 - Open question
Ik weet het verschil tussen de past simple en past continuous en kan deze vorm maken en toepassen.