H2E - 2 grammar past continuous

H2E grammar past continuous
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

H2E grammar past continuous

Slide 1 - Slide

Nakijken huiswerk

Wat: 

Slide 2 - Slide

At the end of the lesson
I can write about things that were happening for a long time in the past.

Slide 3 - Slide

Dus ...
Ik herken de verleden tijd. 
Ik kan onderscheid maken tussen een past simple en een past continuous. 
Ik weet wanneer iets een momentopname was of wanneer iets langer heeft geduurd in het verleden.
Ik weet hoe en wanneer ik de past continuous en de past simple moet toepassen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Past continuous vs. past simple

Slide 6 - Slide

Past Continous en Past Simple






Past Continuous = al aan de gang ( lang)
Past Simple = iets gebeurde (kort)

Slide 7 - Slide

Past continuous vs Past simple
    We were baking pie, while Jim arrived.  
     She was panicking, when she heard the bad news.
I was travelling to Africa, when Julie tried to call me.

Slide 8 - Slide

Past continuous
Hoe maak je die?
She was walking to school, when her phone rang.
I was drinking some tea, when my husband was working.
What were you thinking of?

Dus de regel is: .................................


Slide 9 - Slide

Past Continuous
De Past Continuous ('ing- vorm') gebruik je:
- als de handeling in de verleden tijd aan de gang was en op een bepaald moment door een andere handeling werd onderbroken;
Voorbeeld: I was screaming while we hit a roadsign

- als twee handelingen tegelijk aan de gang zijn. 
Je maakt deze door was/were + ww+ ing
Voorbeeld: While I was watching TV, I was also preparing my lunch. 

Slide 10 - Slide

Past continuous use
  1. Gebruik voor een activiteit in het verleden.
  2. Een langere tijd aan de gang maar stopte uiteindelijk.

Slide 11 - Slide

Past continuous
WAS/WERE + WERKWOORD + -ING

Gebruik
als iets in het verleden een tijdje bezig was.

It was raining.
We were singing.

Slide 12 - Slide

Past Continuous
was
                                   of        +  ww   +  ing
were

He was cleaning the house.

Slide 13 - Slide

Past continuous 
Form
To be (verledentijd) + Werkwoord + ing
I Was Cooking
You Were Cooking
He/ She / It Was Cooking
We Were Cooking
They Were Cooking

Slide 14 - Slide

Exercise

Do exercise 36, 37, 38 page 97, 98, 99 in your workbooks
Help: Grammar 3B
How: alone
timer
3:00

Slide 15 - Slide

Duurvorm van de verleden tijd/Past continuous

 

Als je wilt zeggen dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was gebruik je de duurvorm van de verleden tijd. In het Nederlands zeg je vaak 'was/waren aan het koken' of 'zij zaten te praten'

Slide 16 - Slide

Recap
How can I write about something that happened in the past?
When do you do this?
When an activity lasted a long time, which time do you use?
How do you form this?

Slide 17 - Slide