Spijsvertering 2.8

Vandaag
5.7 dunne darm
5.8 dikke darm
5.9 Alvleesklier 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vandaag
5.7 dunne darm
5.8 dikke darm
5.9 Alvleesklier 

Slide 1 - Slide

Eerst herhalen 
vorige week 
5.3 mondholte
5.4 keelholte
5.5 slokdarm
5.6 maag 

Slide 2 - Slide

Welk hormoon prikkelt de maagwand om maagsap aan te maken
A
gastrine
B
zoutzuur
C
zetmeel
D
chymus

Slide 3 - Quiz

Welke cellen in de uitstulping maagwand produceert pepsinogeen
A
halscellen
B
wandcellen
C
hoofdcellen
D
g-cellen

Slide 4 - Quiz

Welk onderdeel van de maag is verzamelplaats van voedsel
A
maagmond
B
maagkoepel
C
maagzak
D
antrum

Slide 5 - Quiz

Hoeveel sluitspieren heeft de slokdarm
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

De binnenwand van de slokdarm produceert allen slijm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Dunne darm
- laatste deel van de vertering
- voedingsstoffen worden actief opgenomen 
- dunne darm is ongeveer 6 meter 
- 3 gedeelten 

Slide 8 - Slide

dunne darm
- twaalfvingerige darm (duodenum)
- nuchtere darm (jejunum)
- kronkeldarm (ileum)

Slide 9 - Slide

Duodenum 
in de bocht van duodenum mondt de alvleesklier en galbuis samen = papil van Vater ( sluitspier= sfincter van Oddi)
functie sfincter: geen darminhoud in de alvleesklier of galwegen 

Slide 10 - Slide

vet verteren 
gal maakt de vetbolletjes kleiner  (emulgeren)
nu kunnen de verteringssappen beter hun werk doen 
Alvleesklier scheidt de volgende enzymen af:
- amylase - trypsine- lipase 

Slide 11 - Slide

Nuchtere darm 
meestal is dit deel leeg ( is 2 1/2 meter lang)

Kronkeldarm
3 1/2 meter lang: mondt uit in dikke darm 

Slide 12 - Slide

Bouw dunne darm 
* verteerde stoffen op nemen en af te geven aan het bloed 
- Darmplooien (vermenging darminhoud met verteringssappen)
- Darmvlokken ( lymfatisch systeem: afweercellen, antistoffen)
- Microvilli (aanmaak stoffen)

Slide 13 - Slide

Werking dunne darm 
water: oplosmiddel voedselbrij
slijm: glijmiddel en bescherming darmwand
enzym enterokinase: trypsine breekt eiwitten af in aminozuren
mengsel van enzymen (maltose, sacharose, lactose) zetten grotere suikers om in kleine 

Slide 14 - Slide

Verteringssappen in dunne darm
gal ( halve liter per dag)
alvleesklier sap ( 1 1/2 liter per dag)
darmsap (twee tot drie liter ) 

Slide 15 - Slide

5.8 dikke darm (colon)
laatste deel
opstijgende deel- dwarse stuk- afdalende deel
blinde darm (coecum) hier zit wormvormig aanhangsel aan vast: appendix
- sigmoid met laatste stukje: endeldarm (rectum)

Slide 16 - Slide

Functies 
* indikken van de voedselbrij
* vertraging passage
* opname van vitamine K (bloedstolling ) 
pm: in darmen goede bacteriën. 

Slide 17 - Slide

5.9 Alvleesklier (pancreas)
exocriene functie: productie van alvleeskliersappen
(1 1/2 liter per dag)
endocriene functie: afgifte van hormonen: glucagon en insuline 

Slide 18 - Slide

Functies alvleesklier 
- eiwitsplitsers
- vetsplitsers 
- amylase : zet zetmeel om in kleinere suikers
- Natriumbicarbonaat: neutraliseert en ontzuurt de zure voedselbrij uit de maag

Slide 19 - Slide

De enzymen van de alvleesklier worden in de darmholte geactiveerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

welke stof zet zetmeel om in kleine suikers
A
natriumbicarbonaat
B
amylase

Slide 21 - Quiz

Vragen ?
Maak vraag 14-21 

Slide 22 - Slide