H2.2 Werken met formules

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 54 (h2.1) voor je open.
🔲 Leg ook je ipad op zijn kop op tafel klaar.

DEZE LES:
Werken met formules
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 54 (h2.1) voor je open.
🔲 Leg ook je ipad op zijn kop op tafel klaar.

DEZE LES:
Werken met formules

Slide 1 - Slide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
Hw: 3 & 6  van H2.1
Berekeningen maken met formules
opd 7 en 9 samen
aan de slag 
Zelfstandig, daarna fluisterend samenwerken
huiswerk
voorkennis 
Formules invullen
Mk: § 2.1 af

Slide 2 - Slide

        Nakijken
Kijk opdracht 3 & 6  na.


✅ Zet een krul bij opdrachten die je goed hebt gemaakt
❌ Zet een kruisje bij opdrachten die niet helemaal goed gingen.


Verbeter met een andere kleur pen of potlood.

Je mag na het nakijken altijd vragen stellen over je werk.

 

Slide 3 - Slide

        Voorkennis
In vorige lessen hebben we het gehad over coördinaten in een asstenstelsel.

Wat weet je hier nog van?

Pak je ipad en log in via de klassencode
 

Slide 4 - Slide

Wat is er mis in dit assenstelsel?
A
Niets
B
De horizontale as is niet regelmatig.
C
De verticale as is niet regelmatig.
D
Er is geen scheurlijn.

Slide 5 - Quiz

Bekijk de tabel hiernaast.

Het bedrag hoort bij:

(de variabele onder in je tabel)
A
horizontale as (x-as)
B
verticale as (y-as)
C
bij de oorsprong

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de coördinaten van
het blauwe coördinaat?
A
(2,2)
B
(2,45)
C
(45,2)
D
(4,55)

Slide 7 - Quiz

Wat leer je deze les?

Berekeningen maken waarbij de formule gegeven is.

Tabel invullen bij een formule
        leerdoelen

Slide 8 - Slide

Berekeningen met een formule
uitleg 
Met een formule kun je bij verschillende situaties telkens berekeningen maken.

Met de bovenstaande formule kun je berekenen wat een dagje pretpark je kost als je 1 drankje koopt, maar ook als je 3 of 8 drankjes koopt.

Slide 9 - Slide

uitleg 
Formules
Een formule bestaat uit verschillende onderdelen.


Variabele: woordjes die bij de assen horen, daaraan zie je waar het over gaat


Begingetal: de begin hoeveelheid dit is altijd een getal. 

Stapgrootte:  wat je per eenheid plus of min doet (in dit geval per drankje)

Slide 10 - Slide

uitleg 
Formules
De entree van het pretpark is 20 euro.  Vandaar het begingetal van 20

Per drankje betaal je 4 euro. Daar komt het getal 4 vandaan.


Jochem gaat naar het pretpark. Tijdens zijn dagje uit koopt hij 5 drankjes. 
Bereken wat Jochem moet betalen.
het aantal drankjes is 5.  Vul dus 5 in op de plek van het aantal drankjes

                                             = 40    (als je 5 drankjes koopt kost het je in totaal 40 euro)

Slide 11 - Slide

Samen maken we 7 & 8
oefenen  
Misschien nog niet helemaal duidelijk.

We oefenen daarom opd 7 en 8 op blz. 54 samen.



Slide 12 - Slide

wat
hoe
hulp
tijd
klaar?
         aan de slag 
Ondersteunend
9, o10, 11, o12, 13 en 14
doorlopen
10, 11, 12, 13 en U2
Eerste 5 minuten zelfstandig

Daarna fluisterend samenwerken binnen je tafelrij
Lees de uitleg op blz. 55 nog eens.
Tot het einde van de les
Maak als extra opdracht U3
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk 
Huiswerk:

Mk: opd.  10, 11, 12, 13

Klaar? maak opd. 14 en U2 + U3
Werk fluisterend binnen je tafelrij

Werk netjes met potlood en geodriehoek en passer

Slide 14 - Slide