This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Module palliatieve zorg
Slide 1 - Slide
Doelstelling van deze module
Palliatieve zorg kunnen uitvoeren,waarbij je zorgt voor:
-1 Het behoud van autonomie
-2 Toegang tot informatie en keuzemogelijkheden
-3 Ondersteuning bij problemen van fysieke, psychische, sociale en spirituele aard
-4 Lijden voorkomen en verlichten
-5 Omgaan met Palliatieve zorg als zorgmedewerker ( omgaan met de dood)
-6 Vaststellen van onderwerpen voor instapmodule en werk/presentatievorm
Slide 2 - Slide
Definitie van Palliatieve zorg
Zorg voor bewoners die zijn binnengekomen in onze organisatie waarvan de arts heeft bepaald dat deze bewoner niet meer beter word.
Slide 3 - Slide
Indeling op basis van de 4 dimensies binnen de Palliatieve zorg
Palliatieve zorg
Fysiek
Psychisch
Sociaal
Zingeving
Slide 4 - Slide
Dimensie 1 Fysiek
De 4 fasen van Palliatieve zorg
-1 Ziektegerichte palliatie
-2 Symptoomgerichte palliatie
-3 Palliatie in de stervensfase
-4 Nazorg
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Ziektegerichte palliatie
De ziekte word behandeld zonder dat genezing mogelijk is
Slide 7 - Slide
Symptoomgerichte palliatie
De focus ligt op het verlichten en onder controle houden van symptomen
De symptomen die onder controle waren verergeren ( onbegrepen gedrag)
In deze fase worden beslissingen genomen over het levenseinde
Fase 1 en 2 gebeuren tegelijk
Slide 8 - Slide
Vocht en Voeding in de palliatieve fase
-1 In de palliatieve fase kan men nog alles eten en drinken indien mogelijk medisch verantwoord. ( gesprek aangaan met bewoner en contactpersoon)
-2 Het cultuurspecifieke deel goed bespreken met bewoner, collegaś, behandelaars en contactpersoon cq familie.
-3 Eten en drinken staat nu in het teken van wat iemand wil en kan, gericht op het behouden of verbeteren van de kwaliteit van leven. eten hoeft niet meer als ¨ moeten¨worden gezien.
Slide 9 - Slide
Palliatie in de stervensfase
Definitie stervensfase en terminale fase
Definitie stervensfase: In deze fase verschuift de kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven. Dit duurt maar een paar dagen, de laatste dagen voor het overlijden
Definitie terminale fase: De terminale zorg is de zorg in de laatste levensfase, dit is zorg geleverd binnen 3 maanden voor overlijden.
Slide 10 - Slide
Vocht en voeding in de stervensfase
-1 Mondzorg vochtig houden
-2 Uitdrogingsverschijnselen
-3 Vragenlijst stervenspad
-4 Cultuurspecifieke deel goed bespreken met bewoner, collega's, behandelaars en contactpersoon cq familie
Slide 11 - Slide
Stervensfase
-1 Indien er veranderingen optreden en er sprake is van een verslechterde situatie dan met Teamcoach overleggen/VS voor overleg verandering ( hogere) zorgzwaarte/ indicatie
-2 Arts bepaald en geeft diagnose m.b.t. wel/ geen stervensfase
-3 Bij uitspraak arts stervensfase/inzet Zorgpad stervensfase dossier
-4 Bespreken stappenplan/checklijst bij overlijden
-5 Waakmand inhoud controleren ( Cultuurspecifiek) is alles aanwezig?
-6 Ruimte goed schoonhouden en opruimen ( bed in het midden)
-7 Thee en koffie serveren aan de bewoner en aanwezigen
-8 Complementaire zorgmonitor m.b.t. inzet en toegevoegde waarde
Slide 12 - Slide
Inzet gedragsteam
Bij stervensfase inzetten gedragsteam
Slide 13 - Slide
Palliatieve sedatie
-1 Cultuurspecifieke deel vooraf bespreken ( cultuurspecifieke) behandelaar/collegaś.
-2 Wensen en verwachtingen bespreken met bewoner, contactpersoon,familie of contactpersoon en deze voorbereiden.
-3 Cultuurspecifieke deel goed bespreken v.w.b. de wensen bespreken.
-4 Laatste en intense fase goed bespreken en doornemen, bepalend voor goed afscheid.
-5 Tip; Muziek niet de gehele dag aan laten staan.
-6 Complementaire zorgmonitor m.b.t. inzet en toegevoegde waarde.
Slide 14 - Slide
Vaststellen en Nazorg
-1 Arts bepaald
-2 Uitvaartverzorger/ laatste zorg/ kleding overledene meegeven
-3 EVV neemt contact op met familie
-4 Nazorg voor medewerkers, team, bewoners en afdeling ( professioneel en humaan)
-5 Team onbegrepen gedrag bij vaststellen nazorg
Slide 15 - Slide
Dimensie 2 Psychisch
Hoe omgaan met Ziektebeelden zoals NAH, Dementie, Psychiatrische ziektebeelden, PTSS, onbegrepen gedrag
Zoals blijkt uit de 4 beschreven sterfstijlen zijn er verschillende opvattingen over de dood en hoe mensen ermee omgaan.
Heb je inzicht in en kennis van de sterfstijlen? Dan biedt dat onder andere zorgverleners, stervensbegeleiders dergelijke handvatten om beter te communiceren met een ernstig zieke client die niet meer beter word maar ook met familie of naaste.
Slide 19 - Slide
De ΅onbevangene¨
De dood is niet direct een onderwerp waarmee men bezig is. Ze hebben dan ook nauwelijks iets geregeld en weinig ervaring met sterfgevallen.
De dood is als het ware een ¨ver-van-mijn-bedshow¨ en eventuele ongemakken weren zij uit hun belevingswereld. Is er wel bewustzijn? Dan nemen onbevangenen het heft in eigen handen en geven er een eigen draai aan.
De patiënt is onbevangen, dwars en onrustig. Zoeken naar grenzen, willen veel vrienden zien en in het ¨ hier en nu zijn¨
Slide 20 - Slide
Sterfstijlen ¨ De Pro Actieven¨
Zij denken en praten erover en zijn goed voorbereid. Vervolgens willen zij tot het einde de regie voeren en bij voorkeur thuis sterven. Eveneens vinden zij het belangrijk tot het einde hun waardigheid én zelfstandigheid te behouden.
Van alle vijf de groepen hebben de pro-actieven het meest geregeld. Van uitvaartverzekering, donorcodicil en testament tot wensenboekje, euthanasieverklaring en wel/niet reanimeren.
Als patiënt willen pro-actieven alles weten, zijn mondig, goed geïnformeerd, veeleisend en afkerig van zinloos handelen.
Slide 21 - Slide
Sterfstijlen ¨ De Rationelen¨
Werken hard, hechten aan uiterlijk en status, zijn trendvolgend, geloven in de maakbaarheid van het leven en zijn gericht op vriendschap en familie. Ziek zijn en dood passen niet goed in hun levensbeeld.
Vervolgens hebben zij moeite met het tonen van hun kwetsbaarheid. Nadenken over de laatste levensfase gaan zij uit de weg. Voorts hechten zij waarde aan een rationele benadering.
Als patiënt hebben de rationelen behoefte aan objectieve informatie, onderbouwd met argumenten en gescheiden van gevoelens.
Slide 22 - Slide
Sterfstijlen ¨ De vertrouwenden¨
Vertrouwenden zijn vaker dan gemiddeld getrouwd en religieus.
Mensen in deze groep verlenen vaker hulp aan naasten en/of werken in de zorgsector. Over de dood praten zij zelden, omdat het onderdeel is van het leven. Zij zijn dan ook niet bang voor de laatste levensfase.
Verder voelen zij zich gesteund door geloof en dierbaren. Zo willen vertrouwenden zelf beslissen over het moment van overlijden.
Daarbij willen zij volledig bij bewustzijn zijn, een goede verzorging en afscheid kunnen nemen. Als patiënt zijn vertrouwenden niet veeleisend, tevreden met het standaardaanbod en wensen zij aandacht voor spiritualiteit.
Slide 23 - Slide
Dimensie 4 Zingeving
Introductie Geestelijke verzorging
Vragen in de Palliatieve fase
Als bewoners hun gevoelens niet meer kunnen verantwoorden
ABC model
Slide 24 - Slide
Geestelijke verzorging
-1 Begeleiden bewoner bij laatste levensfase d.m.v aanwezigheid,rituelen, gesprek
-2 Voorlezen, zingen, bidden, afhankelijk van religieuze levensbeschouwelijke achtergrond
-3 Ondersteuning van naasten in stervensfase
-4 Ondersteuning, collegaś en/of teams in geval van heftige situaties
-4 Ethische dillemaś bespreekbaar maken.
Slide 25 - Slide
Vragen in de palliatieve fase
-1 Wat is de zin van mijn leven nog, nu ik steeds afhankelijker word?
-2 Hoe kijk ik terug op mijn leven
-3 Hoe kijk ik aan tegen mijn eigen dood?
-4 Ik verlang naar de dood, hoe lang moet het nog zo doorgaan?
- 5 Bij mensen met dementie.... terug gaan naar vroeger
Slide 26 - Slide
Als bewoners hun gevoelens niet meer kunnen verantwoorden
Komen vragen er als brokstukken uit zoals:
-1 Ga ik nu dood? Hoe moet dat nou? Waar ga ik heen?
-2 Kan jij mij helpen? Of God help mij toch!
-3 Heb ik het wel goed gedaan? Doe ik het wel goed?
-4 Of meer uitroepen zoals : Ik wil dood! Zo hoeft het niet meer.
-5 Of het is zichtbaar in gedrag, huilen, bang zijn, onzeker zijn, roepen en/of claimen, plukgedrag.
-6 Aandacht kan soms even helpen, anders begeleiding/crisis
Slide 27 - Slide
ABC Model
A= Aandacht voor allen, interesse, alert zijn.
B= Begeleiding door EVVérs of Geestelijke verzorger,Imam, Pastoor, Dominee. Doorvragen in gesprek gaan, hulpvraag zien en horen.
C= Crisis door behandelaren, behandeling van angst, pijn, depressie.
Slide 28 - Slide
Was dit onderdeel interessant en volledig?
😒🙁😐🙂😃
Slide 29 - Poll
Cultuurspecifieke Palliatieve zorg
Introfilm Pelita/ ARQ Psychotraumacentrum
Cultuurspecifieke zorg in de palliatieve fase (per locatie)
Cultuurspecifieke zorg in de stervensfase
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Cultuurspecifieke zorg per locatie
Slide 32 - Slide
Cultuurspecifieke zorg in de stervensfase
per locatie
Slide 33 - Slide
Omgaan met palliatieve zorg als zorgmedewerker
Hoe ga je zelf om met de dood en sterven?
( uitdelen formulier kernwaarden)
Wat betekend dit voor jou in de zorg voor clienten die palliatief zijn of in de stervensfase zijn?
Hoe ga je zelf om met je eigen emoties?
Hoe ga je in gesprek met een client?
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Hoe ga ik om met mijn eigen sterfelijkheid?
Ik denk daar helemaal niet aan en praat er liever niet over
Het leven is maakbaar ik zie het wel als zover is
Ik accepteer het als het komt ik heb alles geregeld
Dood hoort bij het leven zo simpel is het
Slide 36 - Poll
Hoe ga je om met emoties bij Palliatieve zorg?
Ik bespreek dit met collegaś en binnen het team
Ik neem het mee na mijn werk
Nadat ik de deur uitloop laat ik alles achter
Ik houd alles voor mijzelf en verwerk het zelf
Slide 37 - Poll
Formulier
Kernwaarden uitdelen
Kruis drie punten aan die je belangrijk vind en drie punten die voor jouw minder belangrijk zijn.
Slide 38 - Slide
Gesprekstechnieken in de palliatieve fase
-1 Straal rust uit
-2 Bied veiligheid en een vertrouwensrelatie
-3 Wees aanwezig in het hier en nu zonder je op te dringen