3. EL PASADO: IMPERF vs INDEFINIDO

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

cansado/cansada

bereid je voor:

1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla

2. heb je schrift (libreta) klaar

3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.

4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister

aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

¿Tienes un bolígrafo? 

sí/no tengo un bolígrafo

¿Tienes una libreta?

sí/no tengo una libreta

¿Tienes un laptop? 

sí/no tengo un laptop

Heb je een pen?

ja/ ik heb (g)een pen

Heb je een schirft?

ja/ ik heb (g)een schrift

Heb je een laptop?

ja/ ik heb (g)een laptop

Lesdoelen - objetivos: 

 - Pretérito perfecto

pretérito indefinido

- pretérito imperfecto

-gebruik

Boek: deel van lesportfeuille. 

Ende van de periode in te leveren met de afgeronde opdrachten

LessonUp: https://lessonUp.app/invite/group/otcve

¿Cómo?

1. LIBRO + cuaderno: schriftportfolio p. 35 - 3min

2. pretérito perfecto: tijdlijn + groep werk 

3. pagina 35. Pretérito indefinido

4. opdracht: samen oplossen

5. reflexión/entrega 

necesitas el laptop, una libreta y el boli

p.33

-er -ir

ido

ido

ido

ido 

ido

ido

Pretérito perfecto

- Gebeurtenissen in het verleden die een verband hebben met het heden.

 "Elena ha venido ahora mismo" "Elena is net gekomen"

"Hoy he comido sopa de verduras." "Vandaag heb ik groentesoep gegeten"

- Voor dingen die iemand tijdens  zijn leven gedaan heeft.

"Mi tía Rosa ha viajado mucho" Mijn tante Rosa heeft veel gereisd"

"Mi padre ha estado muchas veces de vacaciones en Indonesia"

- zinnen met "nooit"

 Nunca he viajado en avión

                              

Onregelmatige voltooid deelwoord

decir  -----          dicho           (zeggen)

hacer -----          hecho         (doen/maken)

abrir -----            abierto        (openen)

volver  -----         vuelto          (teruggaan)

escribir----        escrito        (schrijven)

ver     ----             visto             (zien)

poner    ---         puesto        (plaatsen/neerzetten)

romper ----         roto               (breken)

Wederkerende werkwoorden

Yo                                           me     he

Tú                                           te       has                                               ducharse

Él/ella/ usted                    se       ha

Nosotros/-as                    nos   hemos        + duchado

Vosotros/-as                     os     habéis

Ellos/ellas/ustedes         se     han

¿Cómo?

1. cuaderno: schriftportfolio p. 34 - 3min

2. pretérito perfecto: tijdlijn + groep werk 

3. pagina 35. Pretérito indefinido

4. opdracht: samen oplossen

5. reflexión/entrega 

UITGANGSVORMEN

Het indefinido wordt gevormd door de stam van het werkwoord plus een aantal uitgangsvormen, afhankelijk van het onderwerp:

- AR

Ik/jij/hij/zij/het: -é, -aste, -ó

Wij/jullie/zij: -amos, -asteis, -aron

-ER - IR

Ik/jij/hij/zij/het: -í, -iste, -ió

Wij/jullie/zij: -imos, -isteis, -ieron

VIND DE STAM

estudiar

comer

salir

comprar

cumplir

explicar

OPLOSSING

.

• estudi
• com
• sal
• compr
• cumpl
• explic

p.34

-í 

-iste

-ió

-imos

-isteis

-ieron

escribe

VOEG DE UITGANG TOE

estudiar (YO)

comer (TÚ)

salir (ELLA)

comprar (NOSOTROS)

cumplir (VOSOTROS)

explicar (LAS PROFES)

OPLOSSING

.

• estudié
• comiste
• salió
• compramos
• cumplís
• explicaron

p.36

MEERVOUD 

                        DO's 

• Eenmalige acties of gebeurtenissen in het verleden:

Ayer fui al parque. (Gisteren ging ik naar het park.)

Nació en 1985. (Hij werd geboren in 1985.)

• Opeenvolgende acties in het verleden:
  

ayer salí de casa, fui al cole, luego comí un bocadillo... 

DONT's

• Herhaalde of gewoontehandelingen in het verleden, daarvoor gebruik je het imperfecto.
• Acties waarvan de duur belangrijk is, daarvoor gebruik je ook het imperfecto.

Indefinido 

(formas irregulares)

Bij de onregelmatige vormen van de indefinido is het zo dat de stam onregelmatig is. De uitgangen van alle onregelmatige vormen zijn hetzelfde (let op! Deze zijn niet hetzelfde als de regelmatige vormen)

¿Cómo?

1. cuaderno: schriftportfolio p. 34 - 3min

2. pretérito perfecto: tijdlijn + groep werk 

3. pagina 35. Pretérito indefinido

4. opdracht: samen oplossen

5. reflexión/entrega 

OPDRACHT 

p.36

10-15min

FÁCIL

https://www.liveworksheets.com/w/es/espanol-como-lengua-extranjera-ele/719448

VERBOS IRREGULARES

https://www.liveworksheets.com/w/es/espanol-como-lengua-extranjera-ele/795794

OEFENEN + UITGANG https://www.liveworksheets.com/w/es/espanol-como-lengua-extranjera-ele/795794

welk signaalwoord is niet van de Indefinido?

1. Anteayer
2. Todavía
3. en verano
4. Anoche

Él (trouwen=casar) en 2012. Indefinido

1. se casa
2. casó
3. se casaron
4. se casó

Vervoeg in de indefinido (onregelmatig):
estar (tú), decir (vosotros)

1. estuviste, decíais
2. estabas, decíais
3. estuviste, dijisteis
4. estabas, dijisteis

cantar-vosotros (indefinido)

Indefinido van " acostarse/ ellos"
(wederkerende werkw)

Vervoeg in de INDEFINIDO:
Ellos (ir)

pausa

5min

¿Cómo?

1. pretérito imperfecto 5min

2. opdracht 10min

3. pagina 35. verschil tussen indefinido/imperfecto: 10min

4. p. 40: Blancanieves: 10min

5. Huiswerk + doelen 10min

p.33

-ía

-ías

-ía

-íamos

-íais

-ían

escribe

UITGANGSVORMEN

Het indefinido wordt gevormd door de stam van het werkwoord plus een aantal uitgangsvormen, afhankelijk van het onderwerp:

- AR

Ik/jij/hij/zij/het: -aba, -abas, -aba

Wij/jullie/zij: -abamos -abais, -aban

-ER - IR

Ik/jij/hij/zij/het: -ía, -ías, -ía

Wij/jullie/zij: -iamos, -íais, -ían

VOEG DE UITGANG TOE

estudiar (YO)

comer (TÚ)

salir (ELLA)

comprar (NOSOTROS)

cumplir (VOSOTROS)

explicar (LAS PROFES)

OPLOSSING

.

• estudiaba
• comías
• salía
• comprábamos
• cumplíais
• explicaban

Gebruik

• Herhaalde acties in het verleden = "used to"

     De pequeña tocaba el piano

• Beschrijvingen van situaties/mensen in het verleden

     era un chico alto, llevaba gafas, era simpático...

• Acties waarvan het begin- en/of eindpunt niet duidelijk of belangrijk zijn

    Estaba en casa el sábado vs 

    Ayer _________ en casa hasta las 5

MARCADORES

¿Cómo?

1. pretérito imperfecto 5min

2. opdracht 10min

3. pagina 35. verschil tussen indefinido/imperfecto: 10min

4. p. 40: Blancanieves: 10min

5. Huiswerk + doelen 10min

OPDRACHT 

p.38

10-15min

OEFENEN + UITGANG

https://www.liveworksheets.com/w/es/espanol-como-lengua-extranjera-ele/251626

FÁCIL

https://www.liveworksheets.com/w/es/espanol-como-lengua-extranjera-ele/77578

welk signaalwoord is niet van de imperfecto?

1. cuando
2. cada año
3. siempre
4. Anoche

Él (zang/used to sing) en una banda de rock. imperfecto

1. cantó
2. cantaba
3. bailaba
4. se casó

Vervoeg in de imperfecto (onregelmatig):
estar (tú), decir (vosotros)

1. estuviste, decíais
2. estábais, decías
3. estabas, decíais
4. estabas, dijisteis

viajar-vosotros (imperfecto)

Indefinido van " acostarse/ ellos"
(wederkerende werkw)

Vervoeg in de IMPERFECTO:
Ellos (ir)

¿Cómo?

1. pretérito imperfecto 5min

2. opdracht 10min

3. pagina 39. verschil tussen indefinido/imperfecto: 10min

4. p. 40: Blancanieves: 10min

5. Huiswerk + doelen 10min

1. herhalend

2. beschrijvingen

3. verleden acties zonder tijd/tegerlijkertijd

1. afgelopen actie

2. en alle acties die ernaast plaatsvinden

3. een actie die een 1e actie onderbreekt

p.40

p.39

p. 40

extra

duró

duraba

estábamos

estuvimos

comimos

comíamos

bebimos

bebíamos

¿Cómo?

1. pretérito imperfecto 5min

2. opdracht 10min

3. pagina 35. verschil tussen indefinido/imperfecto: 10min

4. p. 40: Blancanieves: 10min

5. Huiswerk + doelen 10min

DEBERES 

Lesdoelen - objetivos: 

 - Pretérito perfecto

pretérito indefinido

- pretérito imperfecto

-gebruik

cuando tenía 12 años fui a un campamento de verano

iba al lago muy a menudo

todos los niños comíamos juntos

Estos eran los dormitorios

por la noche bailábamos en la disco

yo iba a una escuela con uniforme

En 2010 fui a Tailandia

y pensé en un chico que conocí en los campamentos que  me gustaba.

y de repente... recibí un e-mail de él!!!

ahora es así

y yo era así

 grof o bali

bolígrafo

necesitas

escribe

¿Qué necesitas?

Sí necesitas: 

 

No necesitas: 

Cuaderno 

(de Español)

Bolí

mochila

Movíl

Controleer of iedereen materiaal bij heeft. noteer dit in magister en voor jezelf