1.2 De tijd van de wereldoorlogen

De industriële samenleving in Nederland
De tijd van de wereldoorlogen              2oe eeuw: 1900 tot 1950




1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De industriële samenleving in Nederland
De tijd van de wereldoorlogen              2oe eeuw: 1900 tot 1950




Slide 1 - Slide

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 2 - Slide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeelt, kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.

Slide 3 - Slide

Welk begrip past het beste bij de volgende omschrijving:

'de uitbreiding van fabrieken en de komst van nieuwe fabrieken.'

A
Kapitalisme
B
Industrialisatie
C
Huisnijverheid
D
Textielindustrie

Slide 4 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de volgende omschrijving:

'het vervangen van handarbeid door machines'
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Mechanisatie
D
Huisnijverheid

Slide 5 - Quiz

In de tijd van burgers en stoommachines ontstonden grote industriesteden. Welk begrip hoort daarbij?
A
Urbanisatie
B
Kapitaliseren
C
Verstedelijking
D
Staatsvorming

Slide 6 - Quiz

Criteria van vorige week

  • Je benoemt de invloed van spoorlijnen op reisafstanden.
  • Je noemt kenmerken van een industriële samenleving.
  • Je herkent oorzaken van de groeiende industrie en diensten.
  • Je herkent gevolgen van de groeiende industrie en diensten.

Slide 7 - Slide

Deze week                      1.2
Aan het einde van de les: 
  • Kan je uitleggen waarom Nederland aan het begin van de 20e eeuw belangrijk was voor de wereldeconomie.
  • Kan je kenmerken benoemen van de periode van groei in welvaart in de jaren 1919-1929.
  • Kan je de oorzaken en gevolgen benoemen van de economische wereldcrisis voor de Nederlandse samenleving.

Slide 8 - Slide

De bloeiende wereldeconomie 
Alle westerse landen hadden een industriële samenleving aan het begin van de tijd van wereldoorlogen. Er ontstond een wereldeconomie: alle landen zijn door handel economisch afhankelijk van elkaar

Nederland werd belangrijk:
  • Gunstige ligging en 
  • Goede verbindingen door bijvoorbeeld luchthaven Schiphol. 

Slide 9 - Slide

De bloeiende wereldeconomie 
Koninklijke Shell werd een multinational: een bedrijf met vestigingen in meerdere landen. Ook Philips en Unilever werden multinationals.

In de jaren 1919-1929 was er nauwelijks werkloosheid. 

  • De lonen stegen 
  • de welvaart groeide.

Slide 10 - Slide

Voorspoed in de jaren twintig
Er ontstond een consumptie-maatschappij: een samenleving waarin veel producten worden gekocht.

  • Nieuwe uitvindingen maakten het leven aangenamer en gemakkelijker.
  • Voor het eerst in de geschiedenis konden minder rijke mensen luxe goederen betalen (Oorzaak: Massaproductie) 
  • De bevolking groeide en er verrezen nieuwe woonwijken aan de randen van oude binnensteden.

Slide 11 - Slide

De roaring twenties: Life is good!
In hun vrije tijd gingen mensen naar de film of naar sportwedstrijden. 

Roaring twenties: een vrolijke periode vol nieuwe populaire vormen van amusement, zoals jazzmuziek, bioscopen en danszalen.

Slide 12 - Slide

Crisis in Nederland
In oktober 1929 brak een grote wereldwijde economische crisis uit die duurde tot het einde van de jaren '30. De werkloosheid in Nederland steeg van vrijwel niets in 1929 naar bijna 600 000 in 1935.

Economische crisis: lange tijd van economische achteruitgang en werkloosheid.





Slide 13 - Slide

Een werkloze in Deventer (1937)

Slide 14 - Slide

Crisis in Nederland
De Nederlandse regering nam maatregelen om de werkloosheid tegen te gaan. Zo werden projecten opgezet waar werklozen moesten werken. 

  • Kanalen werden uitgegraven voor de binnenvaart
  • Hele veengebieden ontgonnen om bewoon- bewerkbaar te maken. 



Werkverschaffing: leveren van werk aan werklozen.






Slide 15 - Slide

Crisis in Nederland
Werklozen moesten twee keer per dag ('s ochtends en 's middags) bij de plaatselijke stempellokaal een stempel halen. Op deze manier kwamen de werkelozen in aanmerking voor uitkering van de overheid.

Stempelen: systeem met stempelkaarten voor werklozen.
Uitkering: geld dat iemand krijgt bij werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid.




Slide 16 - Slide

Opdrachten van de week
Maak de opdrachten bij:
  • 1.2 de tijd van de wereldoorlogen. 
  • Daarna beantwoord de criteria in je schrift


Slide 17 - Slide