Van Druiven Tot Drank: Alles Over Grappa, Gin, Druivendraf en Wodka

Van Druiven Tot Drank: Alles Over Grappa, Gin, Druivendraf en Wodka
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Van Druiven Tot Drank: Alles Over Grappa, Gin, Druivendraf en Wodka

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je wat grappa, gin, druivendraf en wodka zijn, hoe ze worden gemaakt en wat hun kenmerken zijn.

Slide 2 - Slide

Introduceer de leerdoelen aan het begin van de les en verwijs er gedurende de les naar om de leerlingen betrokken te houden.
Wat weet jij al over de verschillende soorten dranken die we gaan bespreken vandaag?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is Druivendraf?
Druivendraf is het restproduct van de druiven die overblijven na het persen van druiven voor wijn.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat druivendraf is en hoe het wordt gebruikt om grappa en andere dranken te maken. Bespreek de verschillende soorten druivendraf en hoe ze de smaak van de drank beïnvloeden.
Wat is Grappa?
Grappa is een Italiaanse brandy gemaakt van druivendraf.

Slide 5 - Slide

Leg uit wat grappa is en hoe het wordt gemaakt. Vraag de leerlingen of ze ooit grappa hebben geproefd of erover hebben gehoord.
Wat is Gin?
Gin is een sterke, heldere geestrijke drank die wordt gedistilleerd uit graan en op smaak wordt gebracht met jeneverbessen en andere kruiden.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat gin is en hoe het wordt gemaakt. Bespreek de verschillende soorten gin en wat ze anders maakt dan elkaar.
Wat is Wodka?
Wodka is een heldere, kleurloze drank die wordt gedistilleerd uit granen of aardappelen.

Slide 7 - Slide

Leg uit wat wodka is en hoe het wordt gemaakt. Bespreek de verschillende soorten wodka en hoe ze anders smaken dan elkaar.
Hoe Worden Deze Dranken Gemaakt?
Deze dranken worden allemaal gedistilleerd, wat betekent dat ze worden geproduceerd door middel van destillatie.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat destillatie is en hoe het wordt gebruikt om deze dranken te maken. Bespreek de verschillende stappen in het distillatieproces en hoe ze de uiteindelijke smaak beïnvloeden.
Kenmerken van Grappa
Grappa heeft een sterke, scherpe smaak en wordt vaak gedronken als digestief na de maaltijd.

Slide 9 - Slide

Beschrijf de kenmerken van grappa en hoe het wordt geconsumeerd. Laat de leerlingen over hun eigen ervaringen met het drinken van grappa praten.
Kenmerken van Gin
Gin heeft een kenmerkende jeneverbessensmaak en wordt vaak gebruikt als basis voor cocktails.

Slide 10 - Slide

Beschrijf de kenmerken van gin en hoe het wordt gebruikt. Bespreek verschillende gin-cocktails en laat de leerlingen hun favoriete gin-cocktail delen.
Kenmerken van Druivendraf
Druivendraf kan een zoete, fruitige smaak hebben en wordt vaak gebruikt om grappa en andere likeuren te maken.

Slide 11 - Slide

Beschrijf de kenmerken van druivendraf en hoe het wordt gebruikt. Bespreek verschillende soorten druivendraf en welke smaken ze produceren.
Kenmerken van Wodka
Wodka heeft een subtiele smaak en geur en wordt vaak gedronken in cocktails of puur.

Slide 12 - Slide

Beschrijf de kenmerken van wodka en hoe het wordt gebruikt. Bespreek verschillende soorten wodka en welke smaken ze produceren.
Activerende Werkvormen
1. Proefquiz: Laat de leerlingen verschillende dranken proeven en raden welke drank het is. 
 2. Cocktailwedstrijd: Laat de leerlingen in groepen verschillende cocktails maken met behulp van de dranken die ze vandaag hebben geleerd. 
 3. Maak je eigen likeur: Laat de leerlingen hun eigen likeur maken met behulp van druivendraf en andere ingrediënten.

Slide 13 - Slide

Leg deze drie activerende werkvormen uit en geef aan hoeveel tijd de leerlingen hebben om elk van deze activiteiten uit te voeren.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.