Laat de klant de klacht zo goed mogelijk omschrijven
Vat de klacht samen en vertel hoe je de klacht oplost
Controleer of de klant de oplossing goed vindt
Handel de klacht af
Slide 6 - Drag question
Hoeveel dagen is de zichttermijn bij een webshop
A
7 dagen
B
14 dagen
C
21 dagen
D
28 dagen
Slide 7 - Quiz
Wat betekent 'retourneren'?
A
Een product omwisselen voor iets anders.
B
Een product laten repareren.
C
Een product houden zonder te betalen.
D
Een product teruggeven en geld terugkrijgen.
Slide 8 - Quiz
Wat betekent 'ruilen'?
A
Een product laten repareren.
B
Een product houden zonder te betalen.
C
Een product teruggeven en geld terugkrijgen.
D
Een product omwisselen voor iets anders.
Slide 9 - Quiz
Een klant moet € 32,60 betalen. Je wilt het liefst geen munten teruggeven en vraagt daarom geld bij. De klant betaald met € 40,-.
Welk bedrag moet je bijvragen aan de klant?
A
€ 0,40
B
€ 0,60
C
€ 2,40
D
€ 2,60
Slide 10 - Quiz
Kritische klant
Trouwe klant
Koper
Kijker
Deze klanten doorlopen het assortiment uitgebreid
Deze klanten maken een persoonlijke account aan.
Deze klanten kijken naar aanbiedingen.
Deze klanten sturen een e-mail als producten ergens anders goedkoper zijn
Slide 11 - Drag question
Wat is de volgorde bij een onlineaankoop?
1
2
3
4
5
6
Klant oriënteert zich
Klant plaatst bestelling
Klant bezoekt webshop
Klant ontvangt bestelling
Klant ontvangt orderbevestiging
Bestelling wordt verwerkt
Slide 12 - Drag question
handelingen die je bij de ontvangst van de klant uitvoert.
handelingen die je bij afscheid van de klant uitvoert.
de klant controle vragen stellen en doorverwijzen
de klant inschrijven op de bezoekerslijst
de klant uitschrijven op de bezoekerslijst
de klant naar de deur begeleiden en begroeten
de klant vragen of alles naar wens is geweest
de klant een kop koffie of thee aanbieden
Slide 13 - Drag question
Je schrijft een e-mail aan de klantenservice van Belmobiel.nl. Hoe begin je de e-mail?
A
Geachte Belmobiel,
B
Beste mevrouw/heer,
C
Beste lezer,
D
Hallo!
Slide 14 - Quiz
De ontvanger van een e-mail kan niet reageren op degene die dezelfde e-mail in de BCC heeft ontvangen.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
JUIST
ONJUIST
Ergonomie is de wetenschap die de relatie van de mens tot zijn omgeving onderzoekt.
Ergonomie heeft niets te maken met arbeidsomstandigheden
Slide 16 - Drag question
backoffice
frontoffice
Organiseren van vergaderingen/bijeenkomsten
Maken van planningen
Nieuwe klanten rondleiden in het bedrijf
bezoekers ontvangen en telefoon aannemen
Bijhouden van agenda's
Afhandelen van klachten
Slide 17 - Drag question
Wat is derving?
A
als een product kapot gaat in de winkel
B
als een product over de datum gaat in de winkel
C
Als een product wordt gestolen uit de winkel
D
A , B en C samen
Slide 18 - Quiz
Wat is geen derving?
A
Een klant rekent niet alles af.
B
Collega's hebben niet goed gecontroleerd bij de goederenontvangst.
C
Na levering zijn goederen niet goed opgeslagen.
D
Product is afwezig omdat te weinig is besteld.
Slide 19 - Quiz
De kassa opmaken =
A
de kassa schoonmaken
B
de inhoud van de kassa tellen
C
geld en waardepapieren in kassa en afroombox tellen en controleren
Slide 20 - Quiz
Bij het opmaken van de kassa vergelijk je de inhoud van de kassalade met het bedrag dat de computer aangeeft. Als deze bedragen niet hetzelfde zijn, is er sprake van .....