do 28 jan zinsdelen herhaling blok 4

zinsdelen
Je bouwt een zin met stukjes informatie.

(wie , wat wordt er gedaan, waar, wanneer, hoe, waarom etc.)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

zinsdelen
Je bouwt een zin met stukjes informatie.

(wie , wat wordt er gedaan, waar, wanneer, hoe, waarom etc.)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Link

Zinsdelen en Het Onderwerp

Slide 4 - Slide

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz


Bij het ontleden van zinnen is het heel fijn als je weet wat de persoonsvorm is.


In het Nederlands vormt die de spil van de opbouw van de zin en daarvan kan je gebruik maken bij het vinden van de zinsdelen.


Daarom begin je bij het ontleden van een zin altijd met het vinden van de persoonsvorm!

Slide 6 - Slide

zinsdelen
woordsoorten
onderwerp
lijdend voorwerp
telwoord
meewerkend voorwerp
werkwoordelijk
gezegde
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
voorzetsel
lidwoord

Slide 7 - Drag question

Nederlands:
GRAMMATICA
- Zinsdelen
- Werkwoordsvormen
- Woordsoorten

Slide 8 - Slide

Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind.
Verdeel de zin in zinsdelen.

Slide 9 - Open question

Verdeel in zinsdelen:
We hebben ze een bioscoopbon gegeven.

Slide 10 - Open question

Verdeel in zinsdelen:
Mijn ouders hebben vorige week hun verjaardag gevierd.

Slide 11 - Open question

Dinsdag 2 februari
Toets blok 3 en 4
Fictie, Grammatica, Spelling en Over taal

Slide 12 - Slide