Situatie: Beschrijf de context van de ervaring. ---> wat gebeurde er
Taak: Wat was jouw taak of rol in de situatie? --> wat moest jij doen
Actie: Wat heb je concreet gedaan? --> wat heb je gedaan
Resultaat: Wat was het resultaat van jouw acties? --> wat gebeurde er daarna
Reflectie: Wat ging goed en wat kon beter? Wat heb je ervan geleerd? --> wat vond je goed gaan en wat kon beter
Transfer: Hoe ga je de geleerde lessen in de toekomst toepassen? --> Wat heb je geleerd en hoe ga je dat in de toekomst toepassen
Casus gezamenlijk bespreken