Herhalen Klas 2
1 / 20
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
1. Welke jaartallen horen bij deze afbeelding?
A
1600-1700
B
1700-1800
C
1000-1500
D
1500-1600
Slide 2 - Quiz
2. Hoe wordt dit tijdperk genoemd?
A
Jagers en verzamelaars
B
Boeren en buitenlui
C
Jagers en boeren
D
Jagers en jankers
Slide 3 - Quiz
3. Hoe wordt dit tijdperk genoemd?
A
Monniken en ridders
B
Burgers en Stoommachines
C
Burgers en Fabrieken
D
Kerken en kruistochten
Slide 4 - Quiz
4. Wie hoort in dit tijdvak thuis?
A
Wickie de Viking
B
Mohammed
C
Karel de Grote
D
Julius Caesar
Slide 5 - Quiz
6. Wie hoort in dit tijdvak thuis?
A
Lodewijk XIV
B
Karel de Grote
C
Willem van Oranje
D
Keizer Augustus
Slide 6 - Quiz
5. Wie hoort in dit tijdvak thuis?
A
Karel de Grote
B
Ötzi
C
Cleopatra
D
Keizer Nero
Slide 7 - Quiz
7. Wie hoort in dit tijdvak thuis?
A
Koning Lodewijk XIV
B
Maria van Bourgondië
C
Prins Maurits
D
Filosoof Rousseau
Slide 8 - Quiz
8. Deze kaart hoort bij …
A
Rijk van Lodewijk XIV
B
Rijk van Karel de Grote
C
Veroveringen van de Vikingen
D
Verspreiding Franse revolutie
Slide 9 - Quiz
9. Deze kaart hoort bij …
A
Veroveringen van de Vikingen
B
Romeinse Rijk
C
Verspreiding Islam
D
Rijk van Karel de Grote
Slide 10 - Quiz
10. Deze kaart hoort bij …
A
Romeinse Rijk
B
Rijk van Karel de Grote
C
Reformatie
D
Verspreiding Christendom
Slide 11 - Quiz
11. Deze persoon hoort bij …
A
Pruiken en revoluties
B
Steden en staten
C
Monniken en ridders
D
Burgers en stoommachines
Slide 12 - Quiz
12. Deze personen horen bij …
A
Jagers en boeren
B
Grieken en Romeinen
C
Monniken en ridders
D
Steden en staten
Slide 13 - Quiz
13. Deze persoon hoort bij …
A
Burgers en stoommachines
B
Ontdekkers en hervormers
C
Regenten en vorsten
D
Pruiken en revoluties
Slide 14 - Quiz
14. Deze persoon hoort bij …
A
Steden en staten
B
Ontdekkers en hervormers
C
Regenten en vorsten
D
Pruiken en revoluties
Slide 15 - Quiz
15. Deze persoon hoort bij …
A
Steden en staten
B
Ontdekkers en hervormers
C
Regenten en vorsten
D
Pruiken en revoluties
Slide 16 - Quiz
17. Het begrip Absolutisme hoort bij …
A
Steden en staten
B
Burgers en stoommachines
C
Regenten en vorsten
D
Pruiken en revoluties
Slide 17 - Quiz
18. Het begrip Kinderarbeid hoort bij …
A
Ontdekkers en hervormers
B
Burgers en stoommachines
C
Regenten en vorsten
D
Pruiken en revoluties
Slide 18 - Quiz
19. Het begrip Verlichting hoort bij …
A
Ontdekkers en hervormers
B
Burgers en stoommachines
C
Regenten en vorsten
D
Pruiken en revoluties
Slide 19 - Quiz
Heb je nog vragen?
