onderdeel 2: voorzetsel à/de + bepaald lidwoord

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

la tâche de début
Grammatica: Delend lidwoord

Overleg in tweetallen. 









vul in: Het (delend) lidwoord

Ma petite soeur demande ______frites.
Je voudrais 1 kilo ______pommes.
Il adore ________fromage.
Sofie ne mange pas ______légumes.

timer
1:00

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début 
  • Lessonup: samentrekking à/de + bepaald lidwoord
  • Au travail: grammaticaboekje (onderdeel 2)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Lessonup inhoud:
Lidwoorden 
(bepaald, onbepaald & delend)

Prenez ton chromebook & log in sur lessonup avec ton propre nom.

Slide 5 - Slide

Voorzetsel à / de + bepaald lidwoord:
Voorzetsels :

à      in, naar, van, op, aan

de     van, uit



Ze veranderen als er een bepaald lidwoord achterkomt....

Slide 6 - Slide

voorzetsel à + bepaald lidwoord

Slide 7 - Slide

Het voorzetsel à + lidwoord

Slide 8 - Slide

Nous allons ....... plage
- wij gaan naar het strand

A
à la
B
au
C
de la
D
du

Slide 9 - Quiz

Je vais ... cinéma.
- Ik ga naar de bioscoop.


A
à la
B
au
C
de la
D
du

Slide 10 - Quiz

Pierre va _____matchs de foot.
- Pierre gaat naar voetbalwedstrijden

A
à la
B
au
C
à
D
aux

Slide 11 - Quiz

de+ bepaald lidwoord

Slide 12 - Slide

Il a les notes ...... élève. - Hij heeft de cijfers van de leerling.

1. Welk voorzetsel: à of de?
2. Welk lidwoord?
3. Verandert de vorm dan?
A
aux
B
à l'
C
des
D
de l'

Slide 13 - Quiz

La chanson .... chanteuse Rihanna.- Het lied van de zangeres R.

1. Welk voorzetsel: à of de?
2. Welk lidwoord?
3. Verandert de vorm dan?
A
du
B
au
C
de la
D
aux

Slide 14 - Quiz

Le vélo ______garçon est vieux. - de fiets van de jongen is oud.

1. Welk voorzetsel: à of de?
2. Welk lidwoord?
3. Verandert de vorm dan?
A
du
B
au
C
de la
D
aux

Slide 15 - Quiz

Maak de juiste combinaties:
Ex. 2 Voorzetsel & Lidwoord

VAN DE/HET
IN,NAAR,OP,BIJ DE/HET
du
à la
au
aux
des
de l'
à l'
de la

Slide 16 - Drag question

Welke betekenissen heeft het voorzetsel ''à''?

Slide 17 - Open question

Welke betekenissen heeft het voorzetsel ''de''?

Slide 18 - Open question

Au travail !
Wat?
exercice 1. voorzetsel à/de + bepaald lidwoord
à la page 7
Met wie en hoe?
- je mag in tweetallen overleggen/samenwerken
Na 15 minuten gaan we klassikaal nakijken.
Ondertussen: huiswerk controle
Tijd?

Volume:

Klaar? 
- vooruitwerken: onderdeel 3
timer
15:00

Slide 19 - Slide

  1. La femme ________(van de) boulanger (m)
  2. Je suis dan le jardin ________(van het ) hôtel.
  3. Le prof donne une interro ________(aan de) élèves.
  4. il va ________(naar de) marché (m)
  5. C'est une jolie photo ________(van de) garçons.
  6. à midi je mange ________(in de) cantine (v)
  7. Magali va ________(naar het) concert (m).
  8. quel est le prix ________(van de) voiture(v)?
  9. La chambre ________(van de ) parents.
  10. La chambre ________(van het) enfant.
E




Exercice 1: 
Vertaal de woorden tussen haakjes NF.
Kies uit: Du, de la, de l', des, au, à la, à l' & aux
Klassikaal nakijken

Slide 20 - Slide